Duitse Antwerpenaren,
Antwerpse Duitsers
http://www.wursten.be/antwerps/de-duitse-kolonie-van-antwerpen-19de-eeuw-2/
Duitse
Antwerpenaren, Antwerpse Duitsers
inleiding
colloquium ‘Tussen Koning en Keizer’, prot. kerk Lange Winkelstraat 5
22/11/2013
Waar
bent u ?
Eén van de
vreemdste plaatsen van Antwerpen.
Dit gebouw
begon als een droom van 8 nonnetjes uit Leuven, onder wie de Antwerpse
jongedames Josina De Smidt, Sara Herlinx en Jeanne Moerentorf…
Een
klooster voor Maria: in 1608 kwamen ze, in 1615 werd de eerste steen van
dit gebouw gelegd door het aartshertogelijk paar Albrecht en Isabella,
enorme promotoren van de contra-reformatie… een laat-gothische
eenbeukige kerk. onderdeel van het grote klooster der Annuntiaten.
Onder Jozef
wordt het klooster afgeschaft en wordt het hier een beestenboel en onder
Napoleon militair domein, bakkerij voor den troupe..
Onder
Willem I wordt deze contrareformatorische kloosterkerk toegewezen
aan de protestanten en die timmeren de ruïne om tot preekkerk…
met tribune
boven de ingang, hier de preekstoel met daarboven het orgel…
geen koor,
geen glas-in lood ramen..
Er moesten
gewoon zoveel mogelijk mensen in kunnen. 600…
En van
danaf, ook als België begint is dit de Protestantse kerk van Antwerpen.
Waarom
bent u hier vandaag ; op dit colloquium over de Duitse Antwerpenaars?
Antwoord is
heel simpel: omdat zij hier ook zijn…
En dan
bedoel ik niet eens zozeer de tentoonstellingselementen, waarin ook de
afgebroken Tweede Duitse kerk van de Bexstraat tijdelijk op bezoek is in
de kerk waarvan zij zich in 1879 hebben afgescheiden…
Neen, zij
zijn hier veel nadrukkelijker dan u denkt. Die Duitsers van toen..
Hun geest
hangt hier, hun namen zweven hier rond.
“Der
spinnt…”
Neen, dat
bedoel ik letterlijk. Je moet wel van boven kijken:
5 koorvensters… Geschenk von Herrn und Frau Böcking
2
zijvensters Doop / Avondmaal: Herr und Frau W. Scheibler
C. Friz
( echt zo schrijf je het) een venster bij het orgel
op deze pagina
Fritz
(Frédéric) Speth, E. Krumbholz de hoge vensters zijkant
Uitlopend
op het venster van Frau Schüll… RENOVATION EN 1907 met de 3
wapens in de 3 landstalen.
www.protestantsekerkantwerpennoord.be/glasramen.htm
Het
optimisme van voor WO I , het internationalisme, uit de tijd dat men
dacht, hoopte, geloofde? dat nationale identiteiten en loyaliteiten
best meervoudig konden zijn.
Dat dat
elkaar helemaal niet hoeft te bijten.
Dit was hun
kerk ! Dat was hun statement.
Hoe
kwamen ze hier dan ?
Daarvoor
neem ik u even mee in de tijd.
Begin 19de
eeuw slaapt Antwerpen nog… een schone slaapster, met een mooi en rijk
cultureel verleden, maar met weinig bedrijvigheid. Beetje Brugge..
Ooit
handelsmetropool, nu al enige eeuwen een havenstad zonder toegang tot de
zee…
Je zou voor
minder.
Napoleon
ziet het potentieel en begint met de modernisering van de
infrastructuur.
De stad
ontwaakt, half. enkel militair èn Engeland ziet dat natuurlijk niet
graag gebeuren..
Toch: er is
weer bedrijvigheid in de havens, er zijn weer werven waar zeeschepen
gebouwd worden.
Echter: wil
er handel ontstaan zijn er handelaars nodig, ondernemers, transporteurs,
scheepsbouwers, reders, die Antwerpen zien zitten als overslagplaats
voor hun goederen.
- In de
tijd van Napoleon wagen zich de eerste (achteraf gezegd:
vooruitziende) ondernemers richting Antwerpen
- in de
tijd van de Verenigde Nederlanden (1815-1830) komt de havenmachinerie
volledig
Napoleondok en Willemdok herinneren hieraan
- In de
Belgische tijd (na 1831), ondanks systematische obstructie door de
Nederlanders (1839 invoering van de Scheldetol, afgekocht in 1863) komt
de haven dan tot grote bloei in de tweede helft van de 19de
eeuw.
en … het
waren voor een niet onbelangrijk deel Duitsers, die de schone Antwerpse
slaapster hebben wakker gekust.
Logisch,
vanuit Midden-Duitsland gezien ligt Antwerpen vlakbij en is goed
bereikbaar. De haven kon redelijk gemakkelijk uitgebouwd worden – toen
nog – en heeft het een groot ‘Hinterland’:
Naast
België zelf (de zware industrie in Wallonië begint), Rijnland en
Westfalen (handelspartners vanouds, veel leerlooierijen… die hun
grondstoffen (huiden) uit Zuid-Amerika betrokken…
Sterker
nog: niet enkel Hamburg/Bremen of Amsterdam/Rotterdam duchtten de
concurrentie van Antwerpen, ook Le Havre/Rouen en zelfs Bordeaux keken
met argusogen naar wat er in Antwerpen gebeurde in het begin van de
negentiende eeuw.
Opvallend
is dat degenen die als eerste de potentie van Antwerpen zagen, niet de
Antwerpse zakenlui zelf waren, maar veeleer Franse, Hollandse en – hoe
verder de eeuw vorderde – Duitse ondernemers. De Antwerpenaren waren op
zich niet afwezig, maar zij hadden gewoon geen ervaring met maritiem
ondernemerschap. Soms waagden zij zich daar wel aan, maar al snel
ontdekten de meesten dat dat hun ding niet was. Financieren, bankieren,
investeren, verzekeren, daarin lag hun kracht. Dat deden zij dan ook met
verve (namen: bankiers Cogels en Le Grelle, om er slechts twee te
noemen).
Handelsfirma’s die tot dan toe elders gevestigd waren, komen in de
Franse tijd naar Antwerpen ‘op prospectie’ om te zien of binnen hun
reeds bestaande handelsnetwerk de haven van Antwerpen geen mogelijkheden
biedt. Zij hebben vaak reeds een internationaal netwerk en bezitten
expertise in de maritieme handelswereld. We zien ‘broederkoppels’
verschijnen. Die worden als het ware vooruitgestuurd, verkennend,
pionierend.
Achter deze
individuen staat een familie, een thuisfront ook, en heel vaak reeds een
bedrijf of een handelsonderneming.
De idee dat
het romantische avonturiers waren, gaat aan dit essentiële gegeven
voorbij. Het zijn netwerken die zich uitbreiden, of delen van netwerken
die zich verplaatsten.
Bijna allen
zitten ze in de internationale handel.
En:
Opvallend is dat degenen die ‘het eerst kwamen, niet enkel het eerst
maalden’, maar ook nadien de grote spelers zijn gebleven. Wat de Duitse
kolonie betreft zijn de bekendste namen al in de Franse tijd in
Antwerpen neergestreken.
1. De
broers Christian en George Kreglinger. Zij zijn in 1797 reeds in
Antwerpen. Ze richten geen nieuw bedrijf op, maar zijn de zoveelste tak
aan een stevig in Europese bodem verwortelde boom. Ze kopen de vervallen
en verlaten gildehuizen (afgeschaft) aan de Grote markt om hun kantoor
in te vestigen. Why not?
2. De
broers Johann-Abraham en Wilhelm Nottebohm (Bielefeld). Zij
vestigden zich in 1811 in Antwerpen. Zij bedrijven handel, maar vooral
zij investeren, faciliteren. Firma Nottebohm frères… Hun
kunstminnendheid is legendarisch. Als zij gaan rentenieren, krijgt
Antwerpen de Nottebohmzaal en mag Jef Lambeaux eindelijk de
Brabo-fontein ontwerpen.
Albert
von Bary – hun Zuid-amerikaanse partner - neemt de zaken in 1882
over…
3. De
broers Johan Ludwig en Christian Lemme. Zij arriveren in 1814 in
Antwerpen, vanuit Frankfurt-am-Main (haven/handelsstad). Antwerpen is
nog Frans: Lemmé. Ook zij komen in opdracht van hun oom: handel in
wol en huiden…. Als de firma groeit richten zij een bijhuis op in
London.
Rond 1820
verhuizen ze hun kantoor naar een volledig gerestaureerd huis op de Meir
(op de plek van het voormalige Karmelietenklooster, een zee van ruimte
voor kantoren en magazijnen) en wordt Christian lid van de Kamer van
Koophandel. Hun woning/Kantoor wordt later verkocht: … St Jan
Berchmans college…
Na de dood
van Lemmé in 1863 wordt – en nu komen we bij de volgende grote naam, de
zaak overgenomen door zijn schoonzoon en vennoot Ernest Osterrieth
. Lodewijk (Louis) Lemmé gaat in 1869 een vennootschap aan met Gustave
E. Kreglinger (kleinzoon van…).
4. De
gebroeders Martin en Karl Grisar. Op de klank af zijn het geen
Duitsers. Dat klopt ook: de familie Grisar heeft wortels in Luik, maar
was reeds generaties lang actief in Duitsland (Nievern bij Ems) in de
houtbewerking, en houtconstructie… scheepsbouw, rederij..
Twee broers
Martin en Karl Grisar begeven zich begin negentiende eeuw naar
Antwerpen… waar nog maar enkele reders actief zijn. In en havenstad
moeten schepen gebouwd worden.
Karl Grisar
associeert zich met de reder Anton Giese (uit Munster), een oom van de
gebroeders Nottebohm, en de Engelsman W. Marsily, eveneens
scheepsmakelaar, afkomstig uit London. De firma ‘Grisar & Marsily’
ziet het levenslicht…
Zij kwamen
en zijn gebleven. Eigenlijk is het in de kern een heel kleine groep, die
door z’n netwerk systematisch uit te breiden is kunnen uitgroeien tot
‘een Duitse kolonie’, die Antwerpen in de 19e eeuw heeft mee opgenomen
in de vaart der volkeren.
En dat is
dan nog maar de eerste golf…
- Na de
Frans-Duitse oorlog (1870) komt er een tweede golf ondernemers.. uit die
regio. bijv. de familie Bracht ( handel in ijzer- en staalproducten,
cement en chemicaliën) en vooral van het handelshuis Eduard Karcher (wol
en huiden).
Gaandeweg
de negentiende groeide dit netwerk exponentieel. Het bleef sterk
familiaal gekleurd, maar werd wel steeds groter en complexer. De
families die zich hier al gevestigd hebben, raken via huwelijken met
elkaar verbonden.
Men kan
bijna willekeurig een naam noemen uit de Duitse gemeenschap van toen en
dan door een genealogisch onderzoek te doen stuiten op een hele resem
aan andere Duitse familienamen.
Zo trouwde
Herman Osterrieth (geb. 1844), met Augusta Kreglinger (1848) en huwt hun
dochter Helena (Hélène) met J. Von der Becke (van de Red Star Line).
Haar jongste zus, Elsa, huwt met C.A. de Bary.
En als men
nieuw bloed in de firma wenst en het is niet van hier, dan is er vast in
het thuisland nog wel een betrouwbaar persoon die kan overkomen om te
helpen. Heeft men een ‘nanny’ nodig: men laat er één komen uit
Duitsland, of krijgt er één aanbevolen door een bevriende familie. In
sociologische kringen spreekt men van ‘kettingmigratie’. Vanwege de
grote mate van ‘zelfvoorzienendheid’ kan men dan ook – zeker vanaf het
laatste kwart van de 19e eeuw – spreken van de ‘Duitse kolonie van
Antwerpen’.
En voor u
het beeld krijgt van een afgeschermde club, ons kent ons:
Die groep
was bijzonder goed geïntegreerd, midden in het leven, maatschappij.
Voorbeeld:
1888 is
Kaiser Wilhelm overleden en op het moment van zijn begrafenis in
Duitsland werd er overal ter wereld door de Duitsers gebedsdiensten
gehouden. Ook in Antwerpen… hier dus een Trauer-Gedächtnisfeier
gehouden.
De kerk was
‘in de rouw’. Zeer stemmig, overal zwarte fluwelen doeken... omfloersd
(zie foto uit 1888 ong. midden op de orgelpagina:
http://protestantsekerkantwerpennoord.be/orgel.htm)
Het
programmablad begint met een uittreksel uit de notulen van de
vergadering van het college van burgemeester en schepenen, waar burg.
Leopold De Wael zijn medeleven uitspreekt met de Duitsers … dit alles
natuurlijk in het Frans.
Nous comptons au milieu de nous une nombreuse
colonie allemande…
N'avons-nous pas tous, Messieurs, avec ces hommes,
qui travaillent à côté de nous, au développement de notre commerce
et de notre industrie, des relations suivies, voire même des
rapports personnels et d'amitié.
Nous désirons, Messieurs, qu'ils sachent la part que
nous prenons au deuil qui les frappe.
au
milieu de nous mag u ook letterlijk nemen: Ik weet niet of dat op
dat moment het geval was, maar Kreglinger, Grisar, Von der Becke… hebben
in het college gezeteld.
De kranten
berichten van de viering, en melden de aanwezigheid van de
provinciegouverneur en de burgemeester. De kerk was veel te klein..
De Duitse
Liedertafel (koor) zong. In het slotgebed werd – aldus de krant /
precurseur – op indrukwekkende wijze gebeden voor de afgestorvene, de
Duitse keizer, voor zijn familie en voor de Belgische koning en allen
die alhier in hoogheid zijn gezeten..
1909
nogmaals gedaan / dit interieur / in de rouw: nu voor Le Roi
Léopold…
Jahresbericht der Prot-Evg Gemeinde Antwerpen
Trauerfeier für den verewigten König der Belgier,
Leopold II.
Nachdem der zweite König der Belgier, Se. Majestät
Leopold II. in der frühe des 17. Dezember das Zeitliche gesegnet
hatte, erschien es angemessen, dass auch die deutschen Protestanten
der Stadt ihre Trauer durch eine grosse kirchliche Gedächtnisfeier
bekundeten. Hatten doch solche grossen gemeinsamen Trauerfeiern
bereits früher stattgefunden, und zwar für unsern verewigten
Heldenkaiser Wilhelm I. im Jahre 1888 in der evang.-protestantischen
Kirche und für die verewigte Kaiserin friedrich am 14. August 1907
in der Christuskirche.
So vereinigten sich denn auf Anregen des Pfarrers
die beiden deutschen evang.-protest. Gemeinden am 2. Weihnachtstage
in der evang.-protest. Kirche zu einer grossen gemeinsamen
Trauerfeier für den verstorbenen König, eine Feier, zu welcher sich
die Vertreter des Kaiserlichen Generalkonsulats sowie unsrer Schulen
und Vereine zahlreich eingefunden hatten. Der Trauerschmuck der
Kirche, besonders der sich über dem Altarplatz erhebende Baldachin
mit seinen vier grossen herabhängenden, den ganzen Altarplatz
überschattenden Trauerfloren verlieh der Kirche auch äusserlich ein
für diesen Zweck besonders stimmungsvolles Gepräge. Der Pfarrer, dem
die Gedächtnisrede zufiel, zeichnete die markante Persönlichkeit des
hohen Entschlafenen und sein grosses Werk, dem wie das belgisehe
Volk so auch die in Belgien lebenden Deutschen ihre Bewunderung
zollen.
Alles in allem war diese Trauerfeier eine würdige
und imposante Kundgebung dafür, dass die deutsche Kolonie, wie in
guten, so auch in schweren Tagen treu zu dem belgischen Volke steht,
innerhalb dessen sie ihre zweite Heimat gefunden.
Men was
Duitser èn Antwerpenaar… Belg en wereldburger.
Onderwijl
roept zo’n aanwezigheid ook zelf activiteit op:
Duitse
bakkers, Duitse boekhandel, Duitse drukkers, noem maar op.. Duitse cafés
met Duits bier (per regio), Duitse hotels (Weber, Stein) ook per regio…
Duitse
winkels: Den Tietz (nu Inno)
En in de
haven, de kroegen, de estaminets, de bordelen…
Verenigingen
Als je
drie Duitsers aan een tafeltje ziet zitten en ze spreken met elkaar, wat
zij ze dan aan het doen ? Een vereniging oprichten.
-
Wilt u
turnen: ga naar Deutsche Turnverein Germania.. Wilt u zingen,
wordt lid van de Deutsche Liedertafel… Bankier Wilhelm von
Mallinckrodt was jarenlang de Voorzitter.
-
Wilt u
sporten: Join the Beerschot Athletic Club… Ja die Duitsers
waren geen bekrompen geesten: Engeland is de dichtstbijzijnde
handelspartner. Een van de kinderen Grisar was in Oxford geweest en
had de smaak te pakken gekregen.
-
Houdt
u van muziek: De Société Royale d’Harmonie aan het
Warandepark (nu Albertpark) blonk uit door haar concertleven.
Volgens de Baedeker uit 1894… Vooral in de zomer the place to be…
(niet te missen), vanwege de openluchtconcerten. Ja ze spreken
natuurlijk naast Duits en Engels ook Frans. .. zeker Frans.
Ook
cultureel is het niet eng Duits.
De
beroemdste muzikale telg uit de Duitse kolonie was Albert Grisar… en die
vierde zijn triomfen in Parijs… Charmante muziek…. Veel minder Duits dan
de Antwerpse componist Peter Benoit om maar eens iets te zeggen
Hun
identiteit is dus een multiple identity, Niet of-of, maar en-en…
Ik heb Frans en Engels al genoemd. Maar daar kwam vaak nog een Spaanse
bij - een Zuid-amerikaanse kleur.
Veel handel
werd gedreven met Zuid-Amerika, de La Plata Staten: Arg Uru Para…
In huiden,
in wol, leer.. achterland vol lederbewerking.
Karl von
Bary (zoon van)… Neen: Carlito de Bary.
En ze doen
mee en ze durven. Beroemd zijn hun soirées, feesten, … Komt er een
buitenlandse gast, potentiële investeerder, de burgemeester van
Antwerpen deed niets liever dan De Bary (von Bary) vragen om de
ontvangst te regelen…
Het
contract was gegarandeerd binnen.
In het
begin van de 20ste eeuw was er een vereniging die die verenigingen
verenigde.. Zentralausschuss Deutscher Vereine..
Von Bary was de voorzitter, wie anders… Er stonden er wel 50 in.
Nu ben
ik terug bij de vraag:
Hoe
kwamen ze dan hier, in deze kerk?
Het
antwoord is heel simpel: Waar moesten zij naar de kerk ? Deze Duitsers…
Als ze RK
waren, geen probleem…
Afgezien
van de taal: Tellen en bidden doe je in moederstaal.
Daar is al
snel een mouw aangepast: wil je een Duitse mis: ga naar de Jezuieten aan
de Frankrijklei.
Maar de
meesten waren niet katholiek, maar ‘Evangelisch’. Dat wil zeggen:
protestant.
En die kerk
was hier.
Deze kerk
dus…
Alleen
zoals al gezegd, deze kerk zag er heel anders uit dan nu en eind 19de
eeuw was ze uitgewoond…
Er moest
wat gebeuren.
in 1901
wordt Richard Böcking voorzitter van de Verwaltungsrat…
Net als
Lemmé, Karcher, Fuhrmanns, zat Böcking (Königs-Günther) in de wol en
huidenhandel. Hij had goed geboerd. Hij was binnen…
Blijkbaar
wilde hij zijn ondernemerstalent nu ook wel eens ergens anders op
richten dan op wol en huiden.:
Op de kerk,
op de school – hij geef de diakonieschool achter de kerk weer een nieuwe
impuls, en vooral in de Wohlfartsausschuss… Hij zit in tal van
charitatieve verenigingen.
Hij koopt
het hoekhuis Winkelstraat-Kauwenberg en maakt er een Duits
Evangelisch Altenheim op .
Overal zit
hij in, achter.
Wat de kerk
betreft: Hij krijgt voor elkaar dat er geen opknapbeurt komt, maar een
Total make over... een kerk naar hun droom, Luthers… en qua
esthetiek: …
waarom deze
laat-gothische kerk geen neo-gothische saus geven…
Hij start
het traject… en – zoals alles wat hij onderneemt – het lukt.
Hij betaalt
wel een groot deel uit eigen zak, maar dit terzijde…
En het
resultaat mag er zijn…
Pronkstuk
is de INKOMHAL met daarboven het doksaal met Walckerorgel, Duits,
15 families
betaalden het samen, 14 Duitse en 1 Nederlandse naam (Pijl)
Het stond
er reeds in 1905.
als u
dat geluid hoort, dan bent u in hun wereld…
En niet te
vergeten: De banken waarop u zit ….
zijn 1907 betaald door:
Peter Fuhrmann, Frau Gerlinger, Ernst Karcher, W.
Marsily en Julius Rautenstrauch, sponsorden samen met Frau J. von der
Becke, Charles Good, Frau Ingenohl… de helft
De rest
kwam van
Eugène
Kreglinger, Von Mallinckrodt, Friedrich Speth, Von Weber…
en nog een
reeks kleinere giften. ..
Baron von
Ohlendorf regelt de betaling en vult het tekort aan..
Altaar en de kansel : Durch den kaiserlichen
Deutschen Gesandten bei den La-Plata Staaten, Herrn J. von Waldthausen
in Buenos Aires… Der seine Trauung nicht vorübergehen lassen wollte,
ohne der Kirche, in welcher dieselbe stattgefunden hatte, durch diese
reiche Stiftung zu bedenken..
waarvoor
wij hem bij dezen onze warmste dank ten uitdrukking brengen…
Met wie was
die Duitse consul gehuwd ? - … met een dochter van Böcking
En dan viel
het doopvont toch wel erg in het niet…
Mwa, zei de
oude Baron August von Ohlendorff, daar zal ik wel voor zorgen. En hij
regelt via zijn zoon een onderhoud met de architect en net voor het eind
van 1907 staat er ook een nieuw doopvont inclusief… een prachtvolles
darüber schwebendes Deckel.
Kortom:
Vlak voor
het uitbreken van WO I was er in Antwerpen dus een zeer krachtige,
volledig met het sociale, culturele en economische weefsel van de stad
verweven, en vooral ook zelfbewuste Duitse kolonie.
Hoewel niet
de grootste buitenlandse aanwezigheid (dat waren de Nederlanders) was
zij met haar goed 6% van de bevolking bepalend voor het leven in de
stad.
De
eerbiedwaardige oer-belgische cultuurkring Cercle
Philotaxe-Philadelphie beschreef zichzelf in het societyblad
‘Tout-Anvers’ van 1913 met de alleszeggende zin: le plus cosmopolite:
l’élément allemand y domine. De drie begrippen: Belg, kosmopoliet,
en Duits werden op dat moment niet als conflicterend beleefd. Dat zou
dus snel veranderen.
Toen WO I
uitbrak geraakte juist deze groep in een morele spagaat. De spanning
rond hun aanwezigheid in Antwerpen was voor de oorlog al aanzienlijk
gestegen, maar kon nog afgedaan worden als Franse propaganda (wat het
ten dele ook was).
Toen de
oorlog uitbrak, keerde de bevolking zich massaal tegen de Duitse
kolonie. En men maakte geen onderscheid. Veel Duitse gezinnen werden
letterlijk uit de stad gejaagd en vluchtten naar Nederland of Engeland,
anderen werden geïnterneerd.
Plots
stonden de Duitse Antwerpenaars voor een keuze die zij zelf niet als
zodanig beleefden (tot dan), een verscheurende keuze : Opeens was het zwart-wit:
of Duits of Belgisch, niets ertussenin en ook niets erboven uit.
De
verbondenheid met het Duitse moederland (cultuur) kwam zo in conflict
met de sterke band die ze met Antwerpen en de Belgische bevolking
hadden. Veel reeds lang in Antwerpen gesettelde families kozen resoluut
voor hun Belg-zijn en toonden dat ook in het openbaar, tot in de pers
toe… Moesten hun vaderlandslievendheid in de hoogste en
stelligste bewoordingen publiekelijk belijden..
En dan
daarna..
Toen
Antwerpen viel en de verdrevenen terug konden keren – opgeroepen werden
bijna door de Duitse bezetters – was de spanning in de stad te snijden.
De gruwelen die de Duitse troepen hadden aangericht èn de vele verhalen
die daarrond de ronde deden…
U begrijpt:
veel Duitsers keerden niet terug.
Zij die wel
terugkeerden troffen bij thuiskomst soms hun huizen en winkels
leeggeplunderd aan en stootten vervolgens op een muur van wantrouwen. De
één al meer van harte liet zich paaien door de Duitse bezetter die hen
beloofde te steunen. Deze poogde
welbewust de Duitse kolonie voor z’n karretje te spannen. De wederopbouw
van het kerkelijk leven van de beide Duitse kerken en de heropening van
de Duitse School (Drirecteur: dr. Bernard Gaster, prominent lid van de
tweede duitse kerk, de Christuskirche) werden sterk aangemoedigd. Er werd een
Wohlfahrtsausschuss der deutschen Kolonie opgericht bedoeld om
het Duitse leven in Antwerpen te herstellen.
Voorzitter werd, inderdaad,
de Antwerps-Duitse handelsman Richard Böcking (voozitter van de
Verwaltungsrat). Ook in het
bestuur zaten Dr. Gaster van de Allgemeine deutsche Schule en
Pfr. Eichler van deze kerk.
Uit protest
stapten enkele Duitse families op en bleven andere Belgisch-gezinden
weg.
Het
merendeel bleef echter, waaronder de twee grote geldmagnaten Von Bary
en
Mallinckrodt. Zij kozen radicaal voor een pro-Duitse houding.
Maart 1916 werd beslist het traditionele gebed voor de koning af
te schaffen. Voortaan werd enkel nog gebeden voor de keizer.
Een
mono-cultuur verstikt een multi-cultuur. Identiteiten die zich sluiten,
sluiten anderen uit.
De
kerk was een Duitse kerk geworden, hoewel ze officieel een
Belgische kerk was.
En van al
de namen die hier in de kerk gegrift zijn: enkel Fr. Speth heeft de lijn
doorgetrokken en in Kapellen nog zijn sporen nagelaten. (zoon Hans/Jean
burgemeester, kleinzoon Philippe soldaat in WO IIm gesneuveld, home
‘Philippe Speth’
Oh ja, nog
één ding. Een
protestant is een overtuiging, twee is een kerk, drie is een …
afsplitsing.
CHRISTUSKIRCHE
Er was sinds 1879
nog een tweede Duitse kerk, een afsplitsing van deze hier. De
weggelopenen vonden de nieuwe predikant, Jean Seitz, veel te liberaal.
23 prominente
leden verenigden zich en begonnen eigen diensten te leggen en al heel
snel groeide de groep zo aan dat men een eigen kerkgebouw wilde hebben.
Dat werd dus de tweede Duitse kerk, de Christuskirche, exclusief
Duits, geen NL talige gemeenschap zoals hier.
In die kerk
kwam het tot een echte strijd tussen Belgische en Duitse strekking. Toen
de eigen predikant, Pfarrer Frick, bij het uitbreken van de oorlog naar
Aken vluchtte en vervolgens als garnizoenspredikant meetrok met de
invallende Duitse legers en gelegerd werd bij Luik, zat het spel op de
wagen.
U kunt zich
dat wel voorstellen: Terwijl dhr. Fuhrmann sr. in de Bestuursraad zat en
Pfr. Frick de Duitse troepen begeleidde, zat zoon Fuhrmann in het
Belgische leger. Hij lag samen met één van de broers Karcher bij Lier, waar ook een Osterrieth gelegerd was.
Sterker
beeld heb ik niet… Bij de Duitse inval zijn er ook Duitsers die zich
overvallen voelen. In de Christuskirche bleven uit protest 30 à 40
families bleven weg uit de erediensten en dat waren niet de geringsten:
fam. Bracht, Bunge, Gerling, Nieberding, Karcher en Schmid-Kreglinger.
De heren E. Karcher en R. Ehrhardt legden om deze reden reeds in 1915 hun
ambt als ''Älteste" (oudste, ouderling, lid van de Kirchenvorstand)
neer. Alfred Schuchard vroeg als bestuursraadslid
(Verwaltungsrat) om een gemeentevergadering ten einde het Belgische karakter
van de kerk te bevestigen. Het werd hem geweigerd.
Toen het
duidelijk werd dat de kerkeraad - inmiddels zonder verkiezing
aangevuld met twee leden die wel pro-Duits waren - bezweek voor de
verleiding om het ‘Deutschtum’ als identiteit aan te nemen, besloten
dezelfde families om voortaan franstalige diensten te gaan beleggen. Ze
lieten zich nog niet uitschrijven. Dhr.
Alfred Schuchard en vader (en later: zoon) Davidis (lid van
Kirchenvorstand) bleven aandringen op die
‘gemeentevergadering’ waarin men over de toebehorigheid van de
Christuskirche: Duits of Belgisch, zou stemmen. De discussie
concentreerde zich op het al-dan-niet ongepast zijn van het inrichten
van een officiële kerkelijke vieren van de Kaisergeburtstag. In
vredestijd acceptabel, vond Schuchard, in oorlogstijd hoogst ongepast.
Pas op 31 mei 1918 komt er een gemeentevergadering die geen uitsluitsel
brengt. Vervolgens wordt er op 7 oktober 1918 een uitzonderlijke
gemeentevergadering bijeengeroepen waar de weinig overgebleven
stemgerechtigde leden (in september is iedereen nog eens
aangeschreven om zijn bijdrage te betalen en zijn er brieven in het
archief bewaard waarin een hele reeks bekende namen zich uitdrukkelijk
distantieert van de Christuskirche) Die overblijven, zijn quasi
volledig verduitst. Met name dr. Gaster valt op. In september had Pfr. Frick
een beroep aan naar Elberfeld aangenomen, maar probeert ter
gemeentevergadering uit alle macht nog om de Christuskirche te 'redden'
voor Duitsland door aansluiting te zoeken bij de Preussische
Landeskirche. Een brief van Schuchard (toegelicht door zijn
spokesman, C. Davidis) zaait echter zoveel twijfel over de
rechtsgeldigheid van de vergadering (men wil de regels volgen), zodat
men enkel een intentie-besluit durft te nemen. Die wordt in een brief
geformuleerd om in een volgende rechtsgeldig samengeroepen vergadering
te wroden bekrachtigt. Die buitengewone gemeentevergadering wordt
samengeroepen op 29/10/1918, maar dan zijn er nog maar 6 personen
aanwezig. HIerop constateert de secretatis gewetensvol: Die
Versammlung ist beschlussunfähig.
Het besluit om de Christuskirche dus uit de Belgische Synode
te onttrekken en bij de Evangelische Kirche van Duitsland te trekken is
dus nooit officieel genomen. Nochtans werd de kerk na de
oorlog onder sekwester gesteld (Zie hiervoor Vrints, Klippen).
Precies het lot dat Schuchard had proberen te voorkomen.
Het
is duidelijk: niet pas in 1918, maar reeds in 1914 heeft de Antwerpse
Duitse kolonie de doodssteek gekregen. De rest tot
en met de afbraak van de prachtige Christuskirche in 1978m was enkel de
voltrekking van een onafwendbaar lot.
Om over
dat stukje vergeten Antwerpse geschiedenis na te denken, bent u hier…
|