Nieuwjaarspreek 2017
Gemeente van
Jezus Christus,
Dit jaar
vieren we 500-jaar reformatie.
En we gaan daar heel gezellige dingen mee doen. Dat lijkt
me ook leuk. Maar we kijken er ook doorheen: zo florissant staat
het christelijke geloof er vandaag ook weer niet bij. Het is
geen tijd om tevreden achterover
te leunen, vingers achter de bretels: kijk dit hebben we
bereikt.
Een van de
intrigerende dingen die gezegd worden, vandaag, in de kerk, is
dat er behoefte is om terug te keren naar de kern: back to
basic. Waar gaat het nu precies om.
We snoepen van
een slagroomtaart, maar we verlangen naar gezonde stevige
ingrediënten.
Dat komt
natuurlijk, omdat er vandaag
in onze samenleving een enorme verschuiving aan de gang
is, en het christelijk geloof speelt daarin nog maar marginaal
een rol. Als we
willen weten, wat kan en niet kan, dan loopt die discussie langs
andere coördinaten. En dat komt mede, omdat we vaak niet meer
precies weten waar christelijk geloof voor staat.
Daarom, die behoefte aan back to basic zou weleens een
hele vitale behoefte kunnen zijn, een beweging van de Heilige
Geest: kan dat?
Vijfhonderd
jaar geleden zinderde het, onder gelovigen: er is iets aan de
hand. Vandaag is het
protestantisme veelal een brave instelling van goedbedoelende
mensen. Ik heb niet het gevoel dat we echt ongerust zijn. De
vraag is, of dat terecht is.
Maar als we
wat willen, vandaag als kerk, dan liefst niet als protestanten
onder mekaar: maar net als toen: breed mondiaal en oecumenisch.
De hele kerk. Het gaat om de kerk van Christus: dat is geen
buurtsuper maar een wereldbeweging.
Back to basic.
Misschien is wat wij gewoon vinden, wel niet zo gewoon en
onschuldig als het ons voorkomt. Onze partners uit Rwanda, vorig
jaar bij ons op bezoek, zeiden: wij zien eigenlijk nauwelijks,
dat jullie als christenen vandaag een eigen levensstijl hebben.
Maar jullie willen toch
niet zeggen, dat alles wat vandaag gebeurt, christelijk is?
Back to basic.
Back to basic
is, ook, scherp kijken wat er nu precies staat, in die bijbel
van ons. Dat was wat de reformatie indertijd vleugels gaf.
Zo lazen wij
vanmorgen, dat het kind van Maria en Jozef Jezus heet.
O, noemen ze hem
Jezus: nou, een
leuke naam…. Zo zal
de buurt rondom Jozef en Maria gereageerd hebben: oke, Jezus.
Het had ook Bram kunnen zijn of David.
Maar zoals Matheus het schrijft, zit er meer aan vast.
Het had ook Emanuel mogen zijn, van hem en van Jesaja:
Emanuel, God met ons.
Maar het wordt Jezus. Een doorsnee naam in die
tijd.
Met zijn naam
onderscheidt hij zich niet van ons: een gewone jongen, een leuk
ventje: Jezus. En,
tegelijk: “ want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
Dat staat er ook.
Back to basic
bijbellezen is, ontdekken dat er in de eerste eeuw van onze
jaartelling een geweldige spannende revolutionaire beweging
gaande is, over de betekenis van die ene man, die Jezus heette,
maar die met zijn manier van leven zoveel overhoop heeft
gehaald, dat er een beweging rondom Hem op gang is gekomen, van
gelovigen, die ervan overtuigd zijn geraakt: God was met Hem.
Jezus, Emanuel, dat is hij echt: ja, Hij heeft ons bevrijd,
gered, ja, van onze zonden.
En doe nu niet
flauw over zonden: u weet precies wat daarmee wordt bedoelt.
Zonden zijn de dingen waar wij in vast zitten, en die ons
weghouden van een bevrijd bestaan: vrij dan in de zin, zoals God
dat bedoelt: dat we echte mensen zijn, vol innerlijke vrijheid
en vrolijkheid, en zinderend van liefde voor wat mooi is en
goed.
Het hele
nieuwe testament is een fascinerende zoektocht naar de betekenis
van de man, die Jezus wordt genoemd: en u bent zijn gemeente,
zijn gemeente hier op aarde…. gemeente van Jezus Christus.
Ik bedoel maar…
Dat wij een
protestantse gemeente zijn is maar het etiketje op het potje.
Meer is het niet. Een bijkomstige eigenaardigheid. Maar back to
basic is het wel een stukje van de kerk van God.
En als we iets
kunnen leren van de reformatie, dan is het dit: dat het allemaal
klein begint, gewoon bij het lezen van de schrift.
Hij heet Jezus, want….Hij zal zijn volk bevrijden van hun
zonden.
Denk na,
gebruik je verstand, en je hart, en je vrienden, en de
gemeenschap van de kerk, en de kerken. Denk na, met iedereen die
je op je weg tegen komt: want het is natuurlijk niet zo dat
alleen christenen maar een goeie kijk op de dingen hebben, die
gaande zijn. God
heeft overal volk.
En nog iets:
het gaat er niet om dat onze kerk floreert, maar dat de wereld
ziet, dat Jezus bevrijdt. Dat de
wereld ziet, dat Jezus ons allen bevrijdt van onze
zonden.
Back to…..
Jesus.
De kerk van nu….
tussen dromen en
realiteitszin…, slapen en waken...
Wij hopen, -
waarschijnlijk allemaal ?- , dat het binnenkort met de kerk
beter gaat dan nu. Vaak wordt ook over de kerk geschreven
vanuit zo´n onbestemde hoop: straks…., als we dit of dat zouden
doen, deze of gene zouden aanstellen. We zoeken naar een
teammanager, een duizendpoot die schoenenpoetser is. Een
begeesterd iemand die de kar weer op de rails trekt: u herkent
het vast.
Het lastige is dat we daar
dan ook van die vrome woorden bij weten te vinden. Dat klinkt
gelovig, maar is het dat ook? Zou het ook zo kunnen zijn dat
juist realiteitszin en een scherpe niets verhullende observatie
eerder bij geloof past dan dagdromen.
Waar het voor wat de kerk
betreft om gaat, is dat wij onze plek kennen: dat we zijn waar
God bezig is. Wellicht kunnen we een handje helpen.
Een van de meest tot de
verbeelding sprekende benamingen voor de kerk is, wat mij
betreft, de uitdrukking ´lichaam van Christus´. Ja, ik weet, dat
klinkt niet hip, niet hype-gevoelig, en het vraagt om uitleg, en
al die aspecten lijken mij nuttig. Wat die benaming zo
aantrekkelijk maakt is, dat het oer-concreet is, en tegelijk
boven mijn macht uit gaat. Dat ik een lichaam heb, vind ik
prettig, soms met het ouder worden wat lastig, maar ik hoef er
geen seconde bij na te denken, of ik deze dag lichaam ben of
niet: dat is evident.
Er bestaat een wirwar van
kerken, en die hebben allemaal hun eigen franje en tekort. Maar
dwars door al dat fröbelwerk van mensen heen, wordt zichtbaar
dat Christus ons nog niet heeft verlaten, want kennelijk weet
Hij nog steeds allerlei mensen op zijn spoor te zetten. In de
kerk, in de weidse ruimte van de humaniteit. Wij zijn als mensen
natuurlijk een beetje hopeloos, want nog maar net hebben we iets
van Gods aanwezigheid bespeurt, of we gaan ermee aan de haal, en
bouwen onze eigen kastelen er omheen, maar goed, daar kan
Christus wel tegen. Hij is net als Bach, hoe je hem ook speelt:
altijd heeft het wel wat. ( U begrijpt hopelijk, dat ik hier een
omgekeerde vergelijking maak…, want Bach had het juist van die
Ander.)
Als wij over de kerk (
durven) spreken als het lichaam van Christus, dan hebben wij
opeens een heleboel te doen. Wij moeten snel uitleggen, dat wij
Christus niet zijn,. Dat Hij het ongetwijfeld beter zou doen en
anders. Het moet ons van het hart dat wij graag hadden gezien,
dat het evangelie veel ingrijpender mensen zou optillen en
aanzetten tot vreugde. Maar wij krijgen het steeds maar niet
voor elkaar. Zelfinzicht! Handig om te hebben. En laten we
maar snel bekennen, dat Christus iets anders voor ogen had met
onze wereld, dan wij ervan gemaakt hebben. En tegelijkertijd
horen wij Christus zeggen: en toch wil Ik het samen met jullie
doen. Verbindt Hij zich aan ons. Schroomt niet, schrikt niet van
ons tekort, maar geeft zich aan ons, geeft zich aan ons
verloren. Ook jullie zijn gestalte van Mijn lichaam. Hoor dat
goed! Niet alles hoort daarbij: maar in de kern, verborgen onder
veel misverstaan, zijn jullie het die Mij vertegenwoordigen.
Mijn aanwezigheid belichamen jullie, hier en nu, even,
voorlopig.
Het stelt ons voor een deel
gerust: kennelijk ziet Jezus iets in ons. Maar er moet ook nog
veel gebeuren: dat snappen we dan ook meteen. Maar daar gaan we
dan ook naar op zoek, dagdromend en reorganiserend, en
vasthoudend en knorrig op z´n tijd, maar met een open blik:
kennelijk wil Christus iets met ons.
Ds. Hans Neels
Wij hebben de
lichte last van de
zelfkritiek van ons afgeworpen en onszelf opgezadeld met de
zware last van de zelfverdediging….
Het is een uitspraak van
Johannes de Kleine, ookwel Johannes de korte genoemd: hij zal
dus niet zo groot van postuur zijn geweest. Hij was een van die
tanige ouden die leefden in de woestijn van Egypte, de bakermat
van onze westerse kloostertraditie. Het is de 5e
eeuw. Zeg niet dat die mannen op de vlucht waren: juist niet.
Zij wilden loskomen van al die karakteristieken, die anderen ons
toe dichten, loskomen van de indrukken van anderen over ons, die
ons bevestigen in ons gelijk of ongelijk: los raken van de
buitenkant, om ongelouterd onszelf met onszelf te confronteren.
Want je komt jezelf wel tegen, als je zo eenzaam in een hutje in
de eenzaamheid alleen ben met je eigen gedachten. Je hoeft je
niet groter voor te doen dan je bent, niet stoerder, niet
moediger: je bent die je bent: God weet wie.
Dat was de rede voor de
monniken, om diep de woestijn in te trekken. Rust werd hen
overigens niet veel gegund, want hoe verder ze wegtrokken, hoe
meer de mensen hen opzochten: voor goede raad, voor echte
levensvragen, vaak ook, tot ergernis van de monniken, voor een
babbeltje over niks. Toerisme naar de cellen van deze grijsaards
was een geliefde bezigheid, toen al.
En, nogmaals, ze waren ook
niet op de vlucht, voor de ander: ze waren op zoek naar
zichzelf, ontbloot van alle schijn, heilig of niet. Zak maar
door het broze vloertje van je eigen zelfbehoud, houd jezelf
niet langer met behang en plaksel overeind. Wat is jouw gebinte:
wie ben je echt?
Die uitspraak van hierboven
is de eerste buitenkant voorbij. We kennen onszelf… een beetje.
We kennen de uitspraak van Jezus: neem mijn juk op je, mijn juk
is zacht, mijn last is licht. Je kunt jezelf niet zalig maken,
vertrouw je toe aan Christus. Het is de grondhouding van
christelijk geloven: vertrouwen op God, en Gods genade toelaten
bij jezelf. Weet dat God je lief heeft: je mag er zijn voor Hem.
….wij hebben de lichte last
van de zelfkritiek van ons afgeworpen…. En je zou denken, dat
is al heel wat. Een stap in de goede richting.
Jawel, merkt de grijsaard
peinzend op, maar waarom verdedig je jezelf dan nog zovaak? We
zadelen ons op met zelfverdediging. Maar dat is pas een zware
last. En niemand vraagt ons om die last op ons te nemen, maar
het blijkt nog al lastig voor ons, om daar van af te zien.
Er zou een wervelwind van
vrolijkheid loskomen, als wij ons categorisch zouden onthouden
van elke vorm van zelfverdediging. Niet meer zagen over eigen
gelijk. Elke zweem van eigen belang, elke vorm van zelfbeklag,
elke uitval om eigen hachje achterwege laten: is dat mogelijk?
Nouja, bereik je daar dan
wat mee, met zelf-verdediging? Waarom doe je het dan?
Zo´n uitspraak als boven
maakt wat los, helpt ons af van makkelijke zelfvoldaanheid: zet
ons inwendig op scherp: wat doe je nou?
Het wordt even stil, als
Johannes z´n zegje heeft gedaan: althans, de grijsaard zwijgt,
en kijkt je aan, en zegt niks. En jij zwijgt ook, want
inderdaad, hoe stom van mij, al die koude drukte om mezelf… Wat
moet je er verder nog van zeggen.
De 40-tig dagentijd wordt
in alle christelijke tradities gezien als een tijd van
bezinning. Wel, houd het dicht bij jezelf, zegt deze ´korte´
Johannes: de grote wereld zaken komen dan vanzelf wel op je af.
Ds. J.P.Neels
Nieuwe ontferming…
Zei ze hadden we
nieuwe ontferming
besteld wij, ze zouden
die brengen,
de nieuwe ontferming,
op vrijdag.
Zeggen ze vrijdag kan
het op zaterdag.
Zeggen we ja, maar dan
wel in
de morgen. Zeggen ze,
gaat niet,
dat gaat niet, de
morgen. Zegt mijn
man goed, dan kom ik
die zelf halen,
zaterdag dan in de
morgen, dat kan?
Ja dat kan, zeggen ze.
Komt hij daar,
zaterdag, nergens
ontferming. Zegt hij
hoezo niet, die zou er
toch wezen?
Nee nee, die is er
niet, komt u maar
vrijdag. Zegt hij, wat
vrijdag, ik moet
die meteen. Zeggen ze,
gaat niet, die
is nog niet binnen.
Zegt hij u zei toch
dat die er nu was?
Zeiden zij
moeten we zeggen van
niet dan,
wilt u dat horen,
van zeggen van niet?
( gedicht van Joke van Leeuwen)
Ontferming is niet te koop: ook in de kerk niet. Je haalt het
niet uit de winkel, en van bestellen komt niks terecht. Toch
hangt vanaf de nieuwjaarsdienst aan de deur van onze kerk dit
pamflet. Ieder die binnenkomt loopt er langs. Barmhartigheid ,
hoe dan ook, daar moeten we in onze tijd wel aan geraken, want
anders gaat het fout, in onze samenleving. De Paus kwam ermee:
een jubeljaar. Je kunt het inkleuren zoals je wil, maar dat we
met barmhartigheid voor de dag moeten komen, is wel urgent. We
hopen het hier te leren, is ons gebed.
Een jubeljaar,
voor barmhartigheid.
Een oude traditie in Rome
is, het hebben van een jubeljaar, een jaar waarin een speciale
thematiek aandacht krijgt. Zo´n jaar wordt plechtig en ook wat
plechtstatig ingezet door het openbreken van een speciale deur
in de St. Pieterskerk: een muurtje wordt weggehakt en de paus
breekt als het ware in om zijn eigen kerk , om haar voor deze
thematiek open te zetten. De zondag daarna worden in grote
kerken overal ter wereld, in analogie van de plechtigheid in
Rome, ook elders deuren speciaal geopend voor het jubel jaar.
Dit jaar verraste paus Franciscus vriend en vijand door 2016 tot
jubeljaar uit te roepen. (Normaal gebeurt dat om de 25 jaar, en
het laatst was dat in 2000 geweest ) Omdat de Antwerpse Raad van
Kerken de thematiek zeer aansprekend vond, is gevraagd of deze
keer in Antwerpen meerdere kerken mee mochten doen. Niet wat
betreft de typisch Rooms-katholieke bijkomendheden als het
verkrijgen van een speciale absolutie voor zonden, maar wel om
aan barmhartigheid aandacht te geven, om velerlei manieren.
In Rome opent paus
Franciscus zijn deur op zondag 8 december: zondag 13 december
volgt onze kathedraal in Antwerpen: zondag 20 december,
voorafgaand aan de Lessons and Caroldienst van 19.30u. zal in de
St. Boniface, de anglicaanse kerk aan de Gretytstraat de deur
open gaan. De Protestantse kerk aan de Lange Winkelstraat volgt,
in haar nieuwjaarsdienst, zondag 3 januari, de Duitsprekende
Evangelische Kerk (DEGPA) in haar dienst op zondag 10 december,
in de Damiaankerk van het TPC in Wilrijk, De Lutherse kerk aan
de Tabaksvest volgt op zondag 17 december, en de laatse keer zal
zijn bij de grote oecumenische gebedsdienst van zondag 23
januari, in de Laurentiuskerk aan de Markgravelei, met een
orthodoxe oecumenische viering, die om 15.00u begint. Zo wordt
er een brug geslagen, en aandacht gevraagd voor barmhartigheid.
Vanuit de ARK, ds.
J.P.Neels
|