Home Kloosterkerk Restauratie 1907 |
Momentopnamen uit de geschiedenis van de
Brabantse Olijfberg |
Voor het
protestantse historische luik klik hier
voor foto's van het kerkgebouw, klik hier |
Het kerkgebouw: de kloosterkerk van de Annuntiaten (1615-1789)
Niet veel Antwerpenaars
zullen er nota van genomen hebben op 19 oktober 1608, van die 8 nonnetjes,
die met de boot van Mechelen waren gekomen en van de boot gehaald werden
door Henricus Sedulius (een minderbroeder/franciscaan), die hen vervolgens
onderbracht in een huurhuis nabij de Vlasmarkt (andere bronnen suggereren
dat het aan de Lepelstraat was, maar dit terzijde). Toch was dit de
eerste stap naar wat nu de protestantse kerk aan de Lange Winkelstraat is.
De zusters waren afkomstig uit Leuven en waren Annuntiaten, een
franciscaanse orde die ongeveer een eeuw actief was (vooral in Frankrijk) en
zich in groeiende populariteit kon verheugen onder jonge meisjes uit de
gegoede burgerij. Onder de zusters die uit Leuven kwamen, waren trouwens
enkele Antwerpenaren.
|
Excurs: Annonciaden,
Annunciaten, Annuntiaten....
Het zelfde, maar toch ook weer niet.
De Annuntiaten
Jeanne de Valois (Johanna van Frankrijk, zie afbeelding), dochter van de
Franse koning Louis XI en Charlotte van Savoie, wordt door haar man (de
latere koning Louis XII) verstoten, die Anne van Bretagne boven haar
verkiest. Jeanne wordt Hertogin van Berry, trekt zich terug uit het openbare
leven en ontwikkelt een sterke devotie voor het mysterie van de Aankondiging
of Annuntiatie (in het Frans: l’Annonciation). Op 12 februari 1502
ondertekent de paus de bul van de canonieke stichting van de Ordre de la
Vierge Marie, die op 1001 manieren de rijkdom van het leven van Maria,
en met name, van de boodschap van de
engel aan haar (Lucas 1, 26-38) in overweging neemt. In Frankrijk gebruikt men voor de orde de
benaming l’Annonciade. Dit is een contemplatieve orde waarin de
tradities van het kloosterleven terug te vinden zijn: terugtrekking uit de
wereld, boete, nederigheid, arbeid, stilte, vereniging met God en canoniek
officie. Bij de Annuntiaten kan deze praktijk terug gebracht worden
tot de éne wet van navolging van de tien grote deugden (of vreugden) van de Heilige Maagd.
Deze tien deugden reflecteren in de tien kralen van het bidsnoer van de Annuntiaten. Kenmerkend voor de kleding is nog het scharlaken (rode)
scapulier dat de zusters dragen. In Vlaanderen zijn deze kloosters gesticht:
Brugge 1517, Nijvel 1608, Antwerpen 1608, Brussel 1616, Gent 1624, Tienen
1625 tot 1965, Aalst 1636. Momenteel is enkel het klooster in Malle nog
linia recta terug te voere op deze Annuntiaten. Voor de anderen... zie:
De Annonciaden
Op het einde van de 18de eeuw ontstaat in België een religieuze orde die op
een heel eigen wijze de spiritualiteit van de Ste. Jeanne de Valois beleeft.
E.H. De Clerck, pastoor van Veltem, bekommert zich om de opvoeding van de
arme kinderen in zijn parochie en verzamelt in 1787 enkele jonge meisjes
waarmee hij de ‘Scholen van de Barmhartigheid’ sticht. In 1833 erkent
kardinaal Sterckx hen als een religieuze congregatie en geeft hun naast de
statuten van hun stichter ook de Regel van l’Annonciade mee. Uit de
Congregatie van Veltem ontstaan vier andere vestigingen: Le
Chenois-Itterbeeck, Berchem, Huldenberg en Heverlee. Hun hoofdbekommernis is
het onderwijs. De school te Berchem heette vroeger niet voor niets het
‘Sint-Johanna-instituut’. Op nog andere plaatsen kwamen er vestigingen. Zij
noemden zich consequent ‘Annonciaden’, met één uitzondering: de
Zusters van Heverlee. Die noemen zichzelf ook Annuntiaten... |
Enkele Antwerpse burgers (vaak familie van de ingetredenen of van aspiranten
- zie hiervoor een zeer leerijk boek: Patronen van patronage) gingen op zoek naar een ‘bequame stille
plaetse’ waar ‘sy metter tydt een schoon Clooster souden connen bouwen’. Ze
vonden het al spoedig nabij de Cauwenbergh aan de Lange Winkelstraat (rand
van de ‘nieuwstad’, toen waarschijnlijk nog een redelijk ‘stille plaetse’).
De definitieve koop vond plaats op 7 april 1609. Er werden giften ingezameld
en men begon meteen met de aanpassing van de bestaande gebouwen aan de
vereisten van een slotklooster. Al snel werd duidelijk dat men aan enkele
huizen niet genoeg zou hebben. Er meldden zich zoveel novicen dat men een
dormitorium voorzag met 32 slaapplaatsen (cellen) ‘synde 24 nonnen en acht
leecke- of buytensusters’. In 1614 wordt besloten tot nieuwbouw. De hele
buurt is inmiddels opgekocht (jaja) van ongeveer halfweg de Kleine
Cauwenbergh tot halfweg de Lange Winkelstraat. De eerste steen van het
nieuwe klooster wordt gelegd door Bisschop Johannes Malderus die tegelijk
ook de ‘ plaatse voor de begrafenisse der Religieusen’ wijdt. In september
1614 geeft het Aartshertogelijk paar, Albrecht en Isabella een royale gift
zodat de werken voortgang kunnen vinden en op 24 oktober 1615 wordt voor het
eerst de maaltijd genuttigd in de nieuwe refter. Parallel met de werken aan
het klooster begon men ook met de bouw van de kerk. Op 26 augustus 1615 werd
de eerste steen ‘met groote selemniteydt, musickspel en devotie geweydt’
door Bisschop Malderus die bij het leggen van diezelfde steen werd
bijgestaan door ‘onse deurluchtige prinssen Albertus van Oostenryck ende
Isabella Clara Eugenia’, die daarenboven ook nog eens duizend guldens
schonken voor de verder bouwwerken. Zij hadden het trouwens goed
georganiseerd: Op 25 augustus hadden ze immers voor de kloosterkerk van de
Augustijnen (Augustinuskerk, nu AMUZ) aan de Everdijstraat hetzelfde gedaan.
De contra-reformatie draait op volle toeren.
Zo vlot als het begin
verliep, zo moeizaam was het vervolg: Door geldgebrek en slecht weer duurt
het tot 1620 voordat de kerk echt klaar is. Beneden bevindt zich dan het
publieke kerkdeel en op een gewelfde verdieping is de ‘bovenkerk’
voorbehouden aan de slotzusters.
|
Op een 18e
eeuws plan zijn de 12 zuilen nog te zien, die de bovenkerk hebben
gedragen. Deze liep door over de gehele lengte van de huidige kerk.
De aanwezigheid van deze bovenkerk verklaart ook de dubbele
vensterniveaus in de lengterichting van het schip aan de noordzijde
van de kerk.
Op de foto rechts ziet u een voormalige
kloosterkerk in Venlo, waar de helft van de bovenkerk
is bewaard gebleven en dienst doet als orgelgalerij. Niet
helemaal helder is of deze kerk
(Dominincanenkerk) nu wel of niet de voormalige kloosterkerk der
Annuntiaten is (Transcedron klooster). Zo ja, dan is de bouw van
deze kerk gesuperviseerd door een Antwerpse Zuster (Sara Herlin). In
elk geval heeft de kerk dezelfde structuur als de Lange Winkelstraat (zie
de hoge vensterrij bijv.). Tot 1880 was de galerij nog twee traveeën
langer. |
|
|
|
|
15 maart 1620 was een
groot moment: De kerk kon in gebruik genomen worden: ‘De kerke nu soo verre
synde hebben de religieusen den 15 meert anno 1620… op hunnen choor met
grooten blijschap gegaen’. Op 25 maart (OLV Boodschap, annuntiatie) wordt
een echte hoogmis gevierd. Het koor is met tapijten gehangen en bespreid en
heeft haar eigen altaar voor dagelijks gebruik.
De plaatsing van de
koorvensters werd gecoördineerd door Balthasar Moretus (Moerentorf), wiens
nicht Joanna Moerentorf één van de zusters was
die uit Leuven naar Antwerpen waren gekomen. Haar jongere zus treedt in 1614
ook in. Deze Joanna Moerentorf heeft een kroniek
bijgehouden, die in het Felixarchief wordt bewaard (een gewoon
quarto-schriftje), en waaruit ik reeds
enkele malen heb geciteerd. De eerste glasramen waren ook al voor de wijding
klaar en geplaatst. Ze waren geschonken door het aartshertogelijk paar, die er zelf
op afgebeeld stonden tesamen met hun patroonheiligen. Daarnaast waren er
schenkingen van bisschop Johannes Malderus, Johannes del Rio, Nicolaas
Rockox, Johannes Petit en Balthasar Moretus himself, die de
'gheestelijke vader' en hoofdsponsor van deze kloosterorde is. In de jaren
nadien werd de kerk voorzien van diverse altaren, alle met hun eigen
schilderij.
Wie
in de 17e en 18e eeuw Antwerpen bezocht en zich een
reisgids had aangeschaft, werd zeker ook naar de kerk van de Annuntiaten
gestuurd. Hier ziet u aan de rechterzijde een pagina uit J.B.
Descamps, Voyage pittoresque de la Frandre et du Brabant (1769). En
daarnaast een transcriptie van het handschrift van
Jacob van Wijk (Hollandse schilder, vooral beroemd vanwege zijn
'trompe-l'-oeil'), die rond 1748 Antwerpen bezocht en zijn bevindingen
noteerde (hs. Albertina, Brussel).
IN DE KERKE DER
ANNONCIATEN
Hier is, in eenen van de
klyne autaeren een stuck van Rubens, verbeeldende het
H. Kindt Justus draegende syn
hooft in syne handen, met nogh twee beelden daer by, & eenige
ruyters int' verschiet. dit stuck is extra fray geschildert. Het
gaet in print uyt door J. Witdoeck gesneden. In den hoogen
autaer staet een stuck verbeeldende eene
Geboorte Christi door
Goubau geschildert.
In de capelle van
St Franciscus, siet men desen H. Patriarck op getoghen in den
Geest, ondersteunt door verschyde engelen de H. wondekens
ontfangende : geschildert door Abraham Janssens, van eene
wonderlycke ordonnantie & coloriet.
Op den post van de deur
deser capelle hanght eene S.
Franciscus die de voeten van een Cruycefix kUst; het figuer
is maer een half lyf & men ziet maer de voeten van t' cruys, dit
sujet is seer konstigh geschildert, seer hellende naer de maniere
van Van Dyck
In d'eerste capelle op den
slincker kant is een Doeck van
Veronica, opgehouden van twee Engelen, levens groote ; door
Thomas Willebrord Bosschaert; extra schoon gschildert; ende
Van Dyck soude sigh niet schaemen van een diergelyck werck aen den
dagh gebroght te hebben.
Niet wydt van desen autaer
is het portrait van den fondateur van dit klooster door Antoni
Van Dyck geschildert.
|
|
zie ook de weblog
Echt Antwerps |
Nog
een sfeervolle foto (eerste helft 20e eeuw, genomen vanaf wat nu de parking
van de UA is), te vinden in Amand De Lattin, Evoluties van het
Antwerpsche Stadsbeeld (dl. 2). De ondertitel is meer suggestief bedoeld
dan reëel. |
|