De laatste restauratie van de kerk was een 'total
make-over', aangestuurd door de Duits-protestantse gemeenschap,
onderdeel van de 'Duitse kolonie' van Antwerpen, die tot WO-I een
dominante positie innam in het Antwerpse stadsweefsel, economisch,
architectonisch, en spiritueel. Talrijke sporen in de stad getuigen
hiervan en van het laatste toch wel vooral deze kerk. Zo zijn bijv. de
prachtige glasvensters in de kerk gemaakt door de firma Hochreiter & Geyer, gevestigd in Zurenborg, maar van Duitse origine. Net
als de rest van het interieur getuigen zij van de Lutherse invloed,
samenhangend met de toenmalige kapitaalkrachtige Duitse gemeenteleden, die
de hele renovatie betaalden en ook de glas-in-lood ramen sponsorden.
Zie onderaan voor de prijs. De 'duitse kolonie' van
Antwerpen was in de 19e eeuw zeer nadrukkelijk in Antwerpen aanwezig
(handel, haven, cultuur, weldoenerij) en voor een groot deel 'Luthers'.
Radio Antwerpen wijdde hieraan een uitzending, die
eindigde in de voorhal van de kerk.
Een
evocatie kunt u lezen op de pagina "Duitse
kolonie" op deze site. Ook een excerpt
uit het jaarverslag van 1907 - over de restauratie en de verschillende
'schenkingen' - spreekt boekdelen. Zij
deelden de kerk met de Nederlands gemeenschap, maar overtroffen die royaal
zowel in getale als in financiële bijdragen. Zij organiseerden en sponsorden
de hoogdringende restauratie (total make-over) aan het begin van de
20ste eeuw, die het kerkinterieur van een calvinistische preektempel (met
twee gaanderijen, zonder koor) veranderde in een Lutherse tempel, compleet
met verhoogd koor en altaar. Over deze gemeenschap, zie het artikel daaraan
gewijd op website van de
Protestantse Cultuurkring 'Albert Schweitzer (opent een nieuw venster). Hieronder ten bewijze nog enkele détailopnames met de namen
daarop van enkele schenkers: Ze konden gefotografeerd worden omdat de
stellingen die er stonden tijdens de veiligheidswerken détailstudies
mogelijk maakten.
venster op de orgelgalerij
(Noord)
Hieronder - met excuses voor de slechte kwaliteit: er hangt
gaas en netten voor i.v.m. het risico van vallend glas/steen - maar de
persoon in kwestie is te belangrijk om niet in beeld te komen als het de
glasramen betreft: Het gaat om degene die alle 5 langwerpige koorvensters schonk, dhr.
Richard Böcking, die in de periode van de restauratie voorzitter was
van het kerkbestuur. Hij was naast een succesvol en schatrijk zakenman, ook
de drijvende kracht achter tal van sociale en culturele initiatieven en verenigingen.
Ook was hij één van de drijvende krachten achter de beide Deutsche Schulen
(de 'sjieke' aan de Quellinstraat, en de 'Diakonieschule' achter de kerk). Hij liet het hoekhuis Lange
Winkelstraat/Kauwenberg bouwen (tegelijk met de kerkrestauratie, in
'Vlaamse stijl') en
inrichten tot een Altenheim. Zijn bedoeling was om aan de
Kerk te schenken, maar hij heeft dit nooit op papier gezet (wat tot 20 jaar juridisch getouwtrek na de oorlog leidde maar 'that is
history...').
Onder de vensters staat "Geschenk von Herrn & Frau Richard Böcking."
De volgende twee
namen bevinden zich in de gewone witte glasvensters aan de
Noordzijde van de kerk. Om de kosten voor de kerkfabriek te drukken, werden
de leden opgeroepen om de kosten van een venster op zich te nemen. Wij lezen
hier de namen van Fr. Speth, de grote man van de
petroleum-industrie eind 19e eeuw. Afkomstig uit Duitsland was hij via de USA in Antwerpen terecht
gekomen met zijn petroleumfirma: American Standard Oil (SO, Esso). Hij had een
kasteeltje in Kapellen (nu Atheneum) en was in Antwerpen en omstreken gekend als
kunstmecenas (de "baadsters" van Wijnants). Het landhuis is nu het
home
"Philippe Speth", genoemd naar diens zoon die in 1945 sneuvelde als
soldaat in het Belgische leger. Zijn broer Jean (geboren Hans) was voor en
na WO I burgemeester van Kapellen.
en E. Krumbholtz (dezelfde die ook het Smyrna tapijt heeft geschonken voor
het koor) :
De volgende gegevens komen uit het historische
onderzoek van Lode De Clercq, restauratiedossier Lange Winkelstraat.
rekening 1 (voor de vensters bij het oksaal en de
noordzijde)
Werkhuis voor
glasschildering Ph. Hochreiter en F. Geyer