[klik hier voor ditzelfde document als
word-doc]
Kerk in de steigers….
Vijf-Jaar verslag
2010 – 2015 “ Brabantse Olijfberg “,
protestantse kerk Antwerpen-Noord.
Inleidend
In 2008 verscheen een mooi uitgevoerd jaarverslag en visienota,
met de vlammende titel: a small church with a big haert. Het
vijf-jaren-verslag dat nu voor u ligt wordt iets soberder van
opzet, maar sluit wel aan op 2008 en de jaren daarna.
Dat hart van toen klopt nog steeds. En wij zijn ´a small
church`, een kleine kerk , nog steeds, kleiner geworden zelfs.
Maar de vitaliteit is er ook nog steeds, zij het wellicht binnen
een wat andere context dan voorheen. De herberg als verbeelding
van de functie van kerk-zijn voor vandaag bleek niet zo´n stevig
concept als gedacht. Onze 21e eeuw vraagt wellicht
ook weer om een eigentijdser invulling.
Dat hart van ons is breed kerkelijk, wereldbreed-kerkelijk
zelfs: in gesprek met ieder die wij op onze weg tegenkomen, in
de VPKB, in de oecumene. Met respect naar wat ons vanuit de
traditie aan inzicht is gegeven.
Het kerkgebouw staat er ook nog: kreeg een eigen actualiteit
toen, in het kader van de 100-jarige herdenking van de Grote
oorlog, dit haast de enige plek bleek waar iets terug te
vinden was van de positieve Duitse inbreng aan de stad.
Historisch erfgoed werd levend erfgoed, want verbeelding van wat
vroeger was en belangrijk voor nu, om te blijven gedenken.
Voor de toekomst kan zij mogelijk zelfs, gemeenzaam met de
zusters van de oude kloostertraditie die op deze plek begonnen,
uitgroeien tot een voedingsbodem voor hedendaags geloven,
minzaam en bescheiden, maar niettemin! Voorwaar, hoge ambities,
nog steeds!
Momenteel wordt de kerk gerestaureerd, eindelijk: na vele jaren
stug doorvergaderen en plannen maken.
Op de komende bladzijden willen wij verslag doen van de
afgelopen vijf jaren. Niet al te feitelijk, meer
duidenderwijze. Met als opzet om terugkijkend de lijnen naar de
toekomst uit te zetten, voor onszelf, herijkend; voor ons samen,
informatief, inspirerend.
Een overzicht van enkele jaren Protestantse kerk in Antwerpen
De
jaren 2010 – 2015.
Op zondag 9 mei 2010 werd ik, ds J.P. Neels, voorheen predikant
in het Hollandse Zaandam, aan de gemeente van Antwerpen-Noord
verbonden.
Een persoonlijke eerste indruk uit die aanvangsperiode: een
overvolle intrededienst. Vertegenwoordigers van alle delen van
kerk en stad buitelen over je heen, en je hebt geen idee welke
relevantie dat heeft: allemaal vriendelijke mensen, en
natuurlijk met hoge verwachtingen van jou, nieuwkomer. De
gemeente zelf blijkt razend klein voor een grote stad, en zeer
gedifferentieerd. De grootste verandering was, komend vanuit het
ruige Zaanse land, om te leren omgaan met de beschaafde
bescheidenheid. Geen kritiek, lovend noch afkeurend. En alles
kan, en alles wat in de stad gebeurt, komt ook voor in de kerk…
De eerste jaren is ingezet op het verstevigen van het normale
kerkenwerk: uitbreiding zoekend van de kerkeraad, bouwen aan een
doortastende bestuursraad, vormgeven aan leerhuizen en
gesprekskringen, pastorale en diakonale presentie. Dat bleek
geen makkelijke opdracht. Het Belgisch protestantisme kent een
grote diversiteit en weinig consistentie. En het gebinte van
onze kerk is broos: veel van het oude kader was weggetrokken,
teleurgesteld. Het aantal meelevende gemeenteleden ligt aan de
ondergrens van wat voor een gemeente goed is. Te vaak moet een
beroep gedaan worden op dezelfde mensen.
Enkele gegevens van onze gemeente:
Op dit moment staan er 650 mensen ingeschreven in onze
administratie, die te kennen gaven als protestants te willen
worden aangesproken: het zijn belijdende leden, gedoopte leden
en sympathisanten.
Van hen dragen 51 huishoudens financieel bij, met een vaste
bijdrage aan de kerk.
Gemiddeld zitten er 38 mensen in de zondagse eredienst,
feestdagen en bijzondere diensten niet meegerekend. Hoe groot is
het totaal? Geschat gemiddelde van alle meelevende kerkgangers
zal tussen de 80 tot 100 mensen liggen.
Gedoopt tussen 2010 en 2015: 18 kinderen en 1 volwassene.
Gestorven: tussen 2010 en 2015 waren er 21 officiële
uitvaarten.
Kerkeraad: op dit moment bestaat de kerkeraad uit zes leden,
waaronder predikant en jeugd/integratiepastor. Pogingen om uit
de stevige Assyrische geleding van onze kerk iemand voor de
kerkeraad te krijgen, zijn tot op heden niet gelukt.
Een ´raad van oudsten`als ondersteuning van de kerkeraad,
bemenst met wel en niet Nederlandstaligen, bleek niet effectief
en is een zachte dood gestorven..
Bestuursraad: is voltallig, aangevuld met ervaren boekhouder:
een goede verstandhouding met de stadsdiensten en historisch
erfgoed werpt nu haar vruchten af.
Zoeken naar een kerkdienst voor iedereen…
De samenkomst op zondag is de belangrijkste ontmoetingsplek van
onze gemeente. Je mag gerust stellen: het enige moment dat alle
gemeenteleden, komend vanuit de wijde omtrek, samenbrengt.
Bijzonder aan onze kerk is dat zij echt multi-cultureel is. Wat
te doen in een eredienst, waarbij de helft het Nederlands niet
echt machtig is. Hoe een zorgvuldige liturgie te vinden, die
diepgang biedt en spiritualiteit, maar ook genoeg openheid voor
wie niet alles volgen kan. Dat was de opdracht.
Christenen uit het Midden-Oosten en Azië, maar ook de Afrikanen
die voor onze kerk kiezen houden van een rustig kerkpatroon.
Allerlei pogingen om hen actief bij de liturgie te betrekken,
in gebeden of zang, bleken bij hen niet te aarden. Laat ons toch
rustig meedoen op onze wijze, hoorde ik vaak. Waar we op uit
zijn gekomen, is een gewone protestantse kerkdienst,
Nederlandstalig. De schriftlezing is deels meertalig, en dat
blijkt in een behoefte te voorzien. Enkele verzen van gezangen
en gebeden zijn in het Engels. Wanneer op hoogtijdagen eens een
echt origineel Assyrisch gezang of Afrikaans gebed opklinkt,
merken wij hoe groot de verschillen in aard en cultuur zijn, en
hoe bijzonder het dan ook is dat wij toch samen kerk zijn. We
zingen uit het oude gezangenboek (1975) en gebruiken ook de
nieuwe gezangenbundel(2013). De liturgie is dus rustig, met hier
en daar een knipoog naar de anglicaanse liturgie. Wij proberen
voor elke zondag, een half uur voor de dienst, een cantorij,
klein maar dapper, bijeen te krijgen, want de gemeentezang
verdient enige ondersteuning. Soms pakken we uit met een
gelegenheidskoor, en dan moet u ons niet onderschatten! In
samenwerking met de andere kerken zingen we in gezamenlijke
diensten chants (= engelse psalmen) en anglicaans getoonzette
liturgie, een complete dienst ´nine lessons and carols´ in de
advent, maar ook met onze eigen cantorij kunnen we hele
verzorgde diensten houden, zoals laatst op palmzondag met het
lezen van het lijdensevangelie.
Over kleinschaligheid.
Wij zijn echt gering in aantal. Het is nooit vooraf zeker met
wie we de erediensten vieren zullen. Wij verheugen ons in de
belangstelling van enkele uithuizige studenten. Regelmatig zijn
er gasten, die een weekendje Antwerpen doen. Soms slaapt een
groep in de kerk. Vele vaste kerkgangers blijven te laat komen.
We zetten in op een minimale deelname, en vaak valt het toch
weer mee. Eigenlijk willen we te veel. Maar gelovend in de
overvloed van Gods Geest past schraalhans als kuikenmeester ons
niet.
Spiritualiteit.
België
is vanouds een katholieke land. Er is geen rede om daaraan te
tornen. Maar de tijd van elkaar bestrijden ligt achter ons.
Protestanten vormen geen kerkelijke tegencultuur meer.
Gezamenlijk staan we als christenen voor de lastige opdracht
onze samenleving sensitief te houden voor meer dan het platte
materialisme. Ook is het onze roeping om vanuit het christelijk
geloof in vruchtbare dialoog te treden met zowel de Islamitische
als de zich vrijzinnigheid-noemende mede-´gelovigen´. Ook dat is
een gezamenlijke opgave. De oecumenische overlegstructuur, in
de Antwerpse Raad van kerken en een veelheid van contacten daar
omheen, doet goed. Het zichtbaar maken van onze aanwezigheid
als christenen in de stad, door subtiel en constructief mee te
ademen met wat er leeft in de stad, heeft missionaire
relevantie. Vandaar dat we er bij zijn met Openkerkendagen,
concerten, cursusaanbod. Rondom de herdenking van WOI kwam
onverwacht iets los, wat verderop wordt beschreven onder het
kopje ´
Duitse kerk en doopvontdeksel`.
Voorbereidingen worden getroffen om in 2017 uit te pakken met
een originele inbreng rond 500-jaar na Luthers 95 stellingen.
Wat onszelf betreft: een kerk die zichzelf loopt te bewijzen
bijt al snel in haar eigen staart. Een kerk moet belichamen wat
evident is: God in ons bestaan. De spiritualiteit van de
woestijnvaders kan daarbij behulpzaam zijn. Het geloof dat Gods
Geest ons ook vandaag aanzet om te doen wat wij doen, is
moedgevend. Wat zich vandaag aandient is weer anders dan wat
voorheen speelde: zeker een van de aandachtsvelden vandaag is om
de diepe gedachten over God, vanouds verwoordt in triniteit en
incarnatie, verstaanbaar te maken voor onze tijd: juist in
gesprek met de Islam kan dat vruchtbaar zijn. God is meer dan
groot en barmhartig. Hij is echt met ons begaan.
Leren van de kerk …?
We deden verwoede pogingen om gesprekskringen van de grond te
tillen, een Bijbelkring, thema-avonden. En enkele beraadsdagen,
waar we goede herinneringen aan overhouden. Maar alles blijft
mondjesmaat. Het roer ging om en vanaf 2013 zijn vrijwel alle
bezinningsmomenten in de kerk deel van een gezamenlijk aanbod
van de drie Protestantse kerken van Antwerpen: soms leverde dat
een grote kring van belangstellenden op: een soort
´alpha-cursus´, kennismaking met christelijk geloof genoemd,
moest in twee paaralle- gespreksgroepen. Er kwamen
kloosterdagen, filmavonden, een Bijbelquiz, een Lawistra nieuwe
stijl: plus 50 genoemd. Catechisanten komen eens in de maand op
zondag bijeen. Maar alles blijft constant in de bouwsteigers
staan. Er moet gewerkt worden aan een cultuuromslag, een
vrolijke vorm van bedachtzaamheid: dat christenen vandaag echt
met elkaar in overleg moeten blijven, omwille van hun geloof.
Een sterke zet: samen eten. Jan en Jantien van de Brink, vanaf
2014 de nieuw aangestelde kosters hadden een idee: laten we eens
per week samen gaan eten. En waarom niet een open tafel, en wie
mee wil eten, die stuurt even een mailtje en kan aanschuiven….
En vanaf dat moment zitten we eens per week met soms wel 20
mensen aan tafel, studenten, gemeenteleden, ASF-ers…
De predikant:
Ik hou niet van mooipraterij. Ik hou van een kerk die gewoon is
wat ze is, zonder opsmuk: we leren van Christus, dat is al. In
bovenstaande beschrijving van onze gemeente zit iets verwerkt
van een persoonlijk gekleurd theologisch concept voor kerk-zijn
vandaag: mij raakt het diep. Temidden van alle voorlopigheid en
veranderlijkheid te mogen werken in de kerk, ik doe het met veel
plezier. De kerk is een plek waar mensen elkaar in volwassenheid
ruimte geven. Ik zie het als mijn taak deze ruimte te
waarborgen. Ik hou van een wat nuchtere functionele aanpak van
pastoraat en dienstverlening: bevorder vooral de eigen kracht en
inzet: naar de kerk komt je uit vrije keus en eigen beweging en
dat mag. Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid.
In het verlengde van het gemeentewerk kom ik ook in de
gevangenis: kerkdiensten, celbezoek: ik snap nu beter waarom
Jezus zei: dat gevangenen bezoeken zinvol is.
Ds Hans Neels
Jeugd-
en integratiepastor.
De jeugd betrokken houden bij de kerk en iedereen een plaats
geven om zich thuis te voelen. Een grote uitdaging waar ik vanaf
maart 2012 mee begonnen ben. Werk dat geen éénrichtingsverkeer
kan zijn. Dit in combinatie met de studie theologie aan de
faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid zijn twee handen vol.
(Tekst van de website)
In maart 2012 begon ik inderdaad aan een grote uitdaging.
Een té grote uitdaging? In de afgelopen drie jaar is er veel op
touw gezet en terugkijkend heeft me dit mooie samenkomsten,
contacten en knip-ogen van God gegeven. Daar tegenover staan ook
de teleurstellingen, lage of geen opkomst en moeilijke momenten.
Meer dan eens belandden geïnspireerde ideeën weer in de kast om
later nog eens uit te proberen: museumbezoek, dertig-plus groep,
kinderregio-dag, …
De (middelbare-school-)jeugd betrokken houden bij de kerk
is geen eenvoudige taak gebleken. Ik heb individueel hele goede
gesprekken met de jonge mensen die zich vaak in de rand van ons
kerkelijk leven bevinden. De maandelijkse catechese probeerden
we zo interessant en interactief mogelijk te maken, maar ze
haakten af. School en hobby’s nemen veel tijd in beslag en om
daar met een kerkelijke activiteit mee te concurreren, nee dat
hebben we niet gered.
Het jeugdkamp van de Antwerpse kerken is dan weer een vaste
waarde geworden. Met klinkende namen als Underground, Vibes en
Strijd! maken we iedere keer een intensief en vrolijk weekend
mee.
De groep (lagere school-)kinderen is in de laatste drie jaar erg
gegroeid. Er zijn nog wel eens geen, maar ook al eens 20
kinderen in de kindernevendienst. Gemiddeld zijn we met zo'n 10.
We volgen de verhalen uit Kind op Zondag die we creatief
aanvullen. Het plan is om komende zomervakantie de hoekkamer
kleurrijk aan te kleden met didactisch materiaal en een
speelhoek voor de jongsten. De regelmatige contacten met het
hele gezin geven een fijn saamhorigheidsgevoel.
Soms liggen jeugd- en integratiewerk dicht bij elkaar. Kinderen
en jeugd vind je ook binnen de verschillende culturele
gemeenschappen die onze kerk rijk is. Vanuit de
Urdu-gemeenschap, de mensen met verschillende Afrikaanse
achtergrond en de Assyriërs verbonden aan onze kerk zijn er
kinderen en jongeren die deelnemen aan weekenden en
activiteiten.
Maar ook hen zonder kinderen en de ouders willen we een
plaats geven om zich thuis te voelen. De koffie na de dienst
is een mooi moment om aandachtig te luisteren naar ieder
individu met zijn/haar achtergrond en gewoonte. Ik heb het ook
wel eens moeilijk met andere gebruiken, maar door open te
blijven staan en in gesprek te blijven zijn er vaak leerzame
momenten. Het Hamam-bezoek met een groep vrouwen van
verschillende achtergrond bracht een nieuw verstaan van een
bijbeltekst te weeg. Prachtig.
Eénrichtingsverkeer;
trekken en sleuren vergt veel energie en levert niet echt op.
(Ik heb het aan de lijven ondervonden) Het actief aanwezig zijn
in mooie en moeilijke momenten van gemeenteleden: jong en oud,
in de kerk of aan de rand, het vasthouden van elkaar en als
gemeenschap is effectief geen éénrichtingsverkeer.
En de studie theologie? Als alles mee zit zal ik volgend
schooljaar mijn Bachelor kunnen halen.
Marian Knetemann
Vanuit de Diakonie:
De diaconie is een onderdeel van de kerk. Hierin besteden we
aandacht aan de noden van onze gemeenteleden.
Als eerste luik bezoeken we mensen die te oud zijn om naar de
kerk te komen en ook de zieken in het ziekenhuis worden bezocht.
De afgelopen 5 jaar heeft Teresa Claes deze taak op zich genomen
en na haar dood heeft François N’deze de fakkel overgenomen.
Als tweede luik helpen we financieel de minderbedeelden van onze
gemeente. In het verleden hebben we vaak renteloze leningen
gegeven aan mensen die we nu nooit meer zien. Deze betalen ons
niets terug zelfs na herhaaldelijke aanmaningen, sommigen
blijken zelfs van de aardbodem verdwenen te zijn. De laatste 3
jaar zijn we alerter geworden in het geven van geld en
onderzoeken we situatie zeer grondig vooraleer we geld lenen.
Ook zijn er minder mensen die beroep op ons doen wat de kas van
de diaconie ten goede komt. Dit neemt niet weg dat we
maandelijks op jullie bijdrage rekenen om deze aan te spijzen
zodat we de hulpbehoevenden kunnen blijven steunen.
Als derde luik zien we ook wat verder dan onze eigen gemeente.
Bij natuurrampen en in oorlogsgebieden van de laatste jaren tot
op heden steunen we hulpakties. We hebben zeer lange tijd voor
Boipatong gecollecteerd, een kerk in Zuid-Afrika, maar dit
hebben we nu afgesloten. Als nieuw project steunen we het
project van Protestantse solidariteit ´studiefonds Ik help een
kind’. Het lijkt ons waardevol. Kinderen hebben recht op een
menswaardig leven, medische hulp, voedsel: het volgen van
onderwijs is daarbij van groot belang. ´Ik help een kind` stelt
kinderen in Rwanda in de gelegenheid naar school te gaan. We
vragen uw steun voor dit project.
Hartelijk dank bij voorbaat; de diaconie, Elisabeth
Berger
VAN DE BESTUURSRAAD.
Eindelijk is het er dan toch van gekomen, onze kerk staat in de
steigers en wordt gerestaureerd.
Een lange geschiedenis van bouwhistorisch onderzoek over
exterieur en interieur van de kerk resulteerde uiteindelijk in
de “restauratienota”. Na goedkeuring van deze nota en het
beschikbaar stellen van de nodige gelden konden de werken
gegund worden.
De “restauratienota” is het belangrijkste document in het
gehele restauratiedossier. Het wordt opgemaakt met een dubbele
doelstelling:
enerzijds dienen overeenkomstig het restauratiepremiebesluit van
de Vlaamse regering diverse nota’s te worden opgesteld (bv.
Bouwhistorie), anderzijds is de restauratienota een praktisch
werkinstrument, dat kan dienen als naslagwerk.
Fasering van de restauratie.
Zoals wellicht reeds bij u allen bekend, wordt de restauratie
van de Protestantse Kerk opgesplitst in drie fasen:
1.restauratie exterieur,2.restauratie interieur,3.buitenaanleg.
Nu wordt fase 1 uitgevoerd, zijnde de restauratie van de
voorgevel ,het glasraam en de toren van de kerk. Voor fase 2 zal
een aangepaste restauratienota, met bespreking van de
interieurrestauratie worden opgemaakt.
Historiek van de kerk.
Bij het doorlezen van de restauratienota kwam ik ook een aantal
interessante jaartallen tegen ,die betrekking hebben op de
historie van de kerk.
-
1615: Eerste steenlegging
-
1616-1620:bouw van het Annunciaten klooster en de bijbehorende
kerk.
-
1783:Afschaffing van het klooster door Keizer Jozef II.
-
1786:kerk en klooster in gebruik als paardenstal/kazerne;
-
1798:inrichting van de kerk als bakkerij
-
Kort hierna wordt de kerk door een zware brand
vernield.
-
1810-1817:herstel van de kerk door de stad Antwerpen.
-
1817:Protestantse Gemeenschap wordt de kerk toegewezen.
-
1819-1821:Grote verbouwingswerken aan de kerk, tevens bouw van
de pastorie en kosterswoning.
-
1820:de kerk krijgt een toren en een klok ,afkomstig van het
Antwerps Zuiderkasteel.
Tot het begin van de 20e eeuw werden regelmatig
herstellingswerkzaamheden uitgevoerd;
Het huidige uitzicht van de kerk, zowel exterieur als interieur
werd grotendeels bepaald tijdens de restauratiecampagne van
1900-1910.
Verder verloop van de werken;
Ofschoon de steigers nog wel enige maanden het zicht op de
voorgevel zullen belemmeren ,zijn de eerste resultaten van de
restauratiewerken al duidelijk zichtbaar .De scheidingsmuur
tussen parking en universiteit is opnieuw gevoegd met een
geweldig resultaat.
Zo zal ook de voorgevel er straks uitzien , met een gerestaureerd
gebrandschilderd glas-in –loodraam en een opnieuw functionerende
klok (met klepel!).
Wij kijken met elkaar halsreikend uit naar het moment , waarop
eenieder van u de kerk weer mag betreden door een prachtige
entréé!
Voorzitter bestuursraad, Arie Plaisier
31-05-2015
Erf-goed…
Duitse kerk en doopvontdeksel
Hoe
komt dat toch, dat plotseling in onze kerk er steeds gesproken
wordt over ‘De Duitse kolonie’ en dat er ook activiteiten
plaatsvinden die te maken hebben met de Eerste Wereldoorlog ?
Het antwoord is heel simpel:
Voor de Eerste Wereldoorlog was de Duitstalige protestantse
geloofsgemeenschap de grootste van Antwerpen. Op een bepaald
moment waren er zelfs twee grote Duitstalige Lutherse
kerken in Antwerpen (met samen meer dan 2.000 leden). Al vanaf
het begin van onze kerk, waren er dan ook Duitstalige
kerkdiensten in onze kerk.
Maar die Duitse protestanten deden in de 19de en begin 20ste
eeuw nog meer: Ze hielden een zeeliedenhuis open (wel twee
eigenlijk), stichten een eigen Deutsche Schule en achter
onze kerk bouwden ze een Diakonieschool (voor de armen).
Verder was er opvang voor weduwen en wezen, enkele een
oudeliedenhomes (o.a. het huidige hoekhuis
Winkelstraat-Kauwenberg). Deze Duitse kolonie , zoals men
dat dan noemt speelde een toonaangevende rol in het economische,
sociale en culturele leven van Antwerpen. Het merendeel van hen
was Luthers en kerkte dus in de Lange Winkelstraat. Er waren
elke zondag twee diensten, de één in het Nederlands en de ander
in het Duits. De Duitse gemeenteleden waren het die toen onze
kerk begin 20ste eeuw een beetje uitgewoond was, van
onderen tot boven en van binnen en buiten hebben gerenoveerd.
Aan hen danken we de ruime inkomhal, de glas-in-lood ramen, de
statige banken, altaar, kansel, doopvont en – last but not
least – het prachtige orgel.
Morele spagaat.
Voelden de meeste van deze Duitse Antwerpenaren zich voor WO I
gewoon Belg èn Duitser – ze vierden even enthousiast
Kaisersgeburtstagfeier als de dag der Belgische dynastie –
toen om 1914 de oorlog uitbrak moesten ze kiezen. Velen kozen
voor België. Zij gingen tijdens en na de oorlog naadloos op in
de Franstalige Antwerpse bourgeoisie. Anderen kozen voor de
keizer. Helaas ook de Duitstalige dominee en het kerkbestuur van
de Lange Winkelstraat. In 1918 verdwenen zij en was het van de
ene op de andere dag gedaan met de Duitse kleur van onze kerk.
Begrijpelijkerwijs voelde de resterende Nederlands-Vlaamse
gemeente die achterbleef niet de behoefte om de herinnering aan
hen te koesteren.
Colloquium ‘Tussen koning en keizer’
Omdat vergetelheid dreigde, hebben in 2013 het projectbureau
de kleine expeditie en dr. Dick Wursten (kerkbestuur van de
Lange Winkelstraat) de handen ineengeslagen. Op 22 november 2013
werd tijdens een goed bezocht colloquium het verhaal van de
Duitse kolonie verteld en werd ook nader ingegaan op de chaos en
spanning die ontstond toen de oorlog uitbrak. Vlak voorafgaand
aan dit colloquium was ook het gerestaureerde doopvontdeksel
(door dhr. en mw. Baron von Ohlendorff aan de kerk
geschonken) teruggeplaatst. Dit werd ‘heringewijd’ in
aanwezigheid van de ambassadeur van Duitsland, dr. Eckhart
Cuntz. Tijdens deze bijeenkomst werden ook twee brochures
voorgesteld die aan de Duitse kolonie en Antwerpen zijn gewijd,
beide geschreven door dr. Dick Wursten in opdracht van de dienst
‘erfgoed’ van de Provincie Antwerpen. Aan het colloquium werkten
mee:
Prof. dr. Antoon Vrints (Univ. Gent)
Willem Ceuleers (orgel, klarinet)
Guy
Delbrouck (piano)
Dick
Wursten (Antwerps kerkhistoricus)
Max Osterrieth & Werner Karcher (nazaten)
Het neo-gothische messing doopvontdeksel uit 1907
Het kerkgebouw van de Protestantse Kerk aan de Lange
Winkelstraat 5 te Antwerpen was eind 19e eeuw
dringend aan een opknapbeurt toe. In 1901 wordt dhr. Richard
Böcking voorzitter van het kerkbestuur en onder zijn leiding
neemt de Duitse afdeling het heft in handen. Het resultaat is
indrukwekkend: In de jaren 1904-1909 wordt het gebouw van buiten
en van binnen geheel gerestaureerd. Dit alles werd bekostigd
door giften van parochianen, wier namen op de glasvensters zijn
te lezen, Speth, Böcking, Krumbholtz om maar enkele te noemen.
Bij de ingang werd een narthex gecreëerd en op de galerij werd
in 1904 een majestueus Walcker-orgel geplaatst. Nadat in 1907
altaar en kansel waren geplaatst besloot baron August von
Ohlendorff dat er ook een nieuw doopvont moest komen. Hij nam
zelf contact op met architect Frans van Dijck over de
esthetische voorwaarden en schonk het ‘kant en klaar’ aan de
kerk (schenkingsacte d.d. 5 oktober 1907). Tevens beloofde hij
een spaarboekje te openen ter waarde van 100 frs. voor de eerste
dopeling. De gelukkige was een zekere Gertrud Schulze (Taufbuch,
1907, nr. 23, 17/10/1907, waarbij deze geste in de kantlijn is
opgetekend). De totale kost voor het doopvont was 2060 frs. De
ontwerper of uitvoerder is onbekend.
Baron August von Ohlendorff was een gerespecteerd lid van de
Protestantse kerk, tevens jarenlang lid van de
‘Kirchenvorstand’, nu eens als ‘Diakon’, dan weer als ‘Älteste’.
Hij was een broer van Heinrich von Ohlendorff, beide telgen van
een Hamburgse koopmansfamilie gespecialiseerd in de handel in en
verwerking van guano (meststoffen) uit Zuid-Amerika. De
Antwerpse fabriek was gevestigd in Burcht en stelde meer dan 500
personen te werk. Na zijn dood (1911) werd hij begraven op
kerkhof Hamburg-Ohlsdorf, met een mausoleum als grafmonument. Na
de oorlog is zijn fabriek (voortgezet door zijn zoon) gesloten
en onder sequester gesteld.
Doopvont
Het doopvont bestaat uit twee delen: een marmeren kuip op dito
voet (met daarop het wapenschild van de baron) en een los
zwevende messing bekroning, opgehangen met contreforts aan de
muur onder het glasraam verbeeldende ‘Jezus die de kinderen tot
zich roept en hen de handen oplegt’. Bij de herschildering van
de kerk begin jaren 1950 is het doopvontdeksel gedemonteerd en
uit de kerk verwijderd. Meer dan 50 jaar heeft het op de
gewelven van de kerk gelegen. Tijdens de herstellingswerken in
2012 is het naar beneden gebracht. Het was zwaar vervuild en
geoxydeerd.
Onderzoek vanwege de Artesis Hogeschool o.l.v. prof. Patrick
Storme bevestigde de waarde en kwaliteit van het doopvontdeksel.
Hierop besloot het kerkbestuur om de restauratie te laten
plaatsvinden en dit bijzondere stuk erfgoed weer op z’n
oorspronkelijke plaats te installeren. De restauratie werd
uitgevoerd door dhr. Derek Biront van METAFOSE uit Borgerhout.
Er werd een subsidie verkregen van de Provincie Antwerpen en van
enkele Duitse firma’s (BASF en DEGUSSA-Evonik)
Dick
Wursten
|