De muziekuitgeverij ‘De Ring’ in Antwerpen
Hans Schotte
bron: tijdschrift: ‘Vlaanderen’, jg 44/1 (nr. 254) – 1995 (Rubriek: ‘In en om de kunst’), pp 47-49.
In 1921 stichtten Paul Lepage en Jos Watelet de muziekuitgeverij ‘De Ring’. Paul Lepage verzorgde de administratie, terwijl Jos Watelet zich met de muziek-technische kant van de zaak bezig hield. Beiden zetten zich jarenlang belangeloos voor ‘De Ring’ in.
Hoewel Paul Lepage (Berchem 1888-Antwerpen 1957) een Waalse vader en een Duitse moeder had, was hij toch vlaamsgezind. In zijn atheneumjaren werd hij sterk beïnvloed door zijn leraar Pol De Mont, die al op verscheidene generaties leerlingen grote invloed uitgeoefend had. Ook bij Paul Lepage wist De Mont liefde voor de Nederlandse taal en belangstelling voor de Vlaamse strijd op te wekken. Paul Lepage ging zang studeren aan het Antwerpse Conservatorium. Daar leerde hij de pianist-begeleider Jos Watelet kennen.
Jos Watelet (Antwerpen 1881-Wommelgem 1951) was de zoon van een Waalse vader en een Vlaamse moeder. Na zijn humaniorastudie aan het Antwerpse Jezuïetencollege studeerde hij aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium. Als uitmuntend pianist en organist concerteerde hij in Vlaanderen en Nederland. Ook als componist en musicoloog was hij actief. Paul Lepage en Jos Watelet werden lid van de ‘Groeninger Wacht’, een vereniging die de Vlaamse cultuur promootte. Daar leerden ze Jef Van Hoof kennen. Het duo luisterde liederavonden van de ‘Groeninger Wacht’ op. Watelet vatte de gedachte op om alle bestaande Vlaamse muziekuitgeverijen te bundelen in één ‘Ring’. Symbool voor deze onderneming zou Watelets woning worden: het Roose-Kapelhof te Wommelgem.
Volgens Paul Lepage lagen contacten met August Borms aan de basis van Watelets vlaamsgezindheid. Borms gaf lezingen binnen het kader van de in 1911 opgerichte vereniging ‘Pro Westlandia’. ‘Pro Westlandia’ wilde de banden met Frans-Vlaanderen aanhalen, en de meeste leden waren ook actief in de ‘Groeninger Wacht’. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Jos Watelet en Paul Lepage meewerkten aan door ‘Pro Westlandia’ georganiseerde concerten.
Met de bedoeling de Nederlandse zang te propageren en op die manier de Vlaamse Beweging een ruggesteuntje te geven richtten Paul Lepage en Mr. Tony Magnus in 1912 te Mechelen de uitgeverij ‘Voor Taal en Volk’ op. De volkse en romantische liederen die er van de pers rolden werden door Paul Lepage op liederavonden gezongen en aangeleerd. De oorlog gooide roet in het eten en na twee jaargangen moesten de activiteiten van de uitgeverij stopgezet worden.
Tijdens de oorlog was Jos Watelet studieprefect aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium. Hij tikte vijf professoren op de vingers, omdat ze in het Frans les gaven. Daarom werd hij op het conservatorium ontslagen. Ook later nog zou hij moeilijkheden met de directie van het K.V.M. ondervinden. Paul Lepage werd na de oorlog voorzitter van de Frontpartij te Berchem.
Nadat ze in 1920 twee liederen hadden uitgegeven, hielden Paul Lepage en Jos Watelet een jaar later de uitgeverij ‘De Ring’ boven de doopvont op het Roose-Kapelhof te Wommelgem. Het volkse karakter dat ‘Voor Taal en Volk’ gekenmerkt had, verdween nagenoeg en het propageren van het goede Vlaamse kunstlied werd het streefdoel. De uitgeverij was gevestigd ten huize Lepage, in de Laurierstraat 17 te Berchem. Elk jaar gaf ‘De Ring’ 12 liederen uit. Schrijvers die sympathiseerden met het activisme, zoals René De Clercq en Willem Gijssels schreven teksten van door ‘De Ring’ uitgegeven liederen. Onder de medewerkers waren ook dichters die actief waren geweest in de Frontbeweging zoals Ward Hermans en Jozef Simons.
Het lied-genre was in de roaring twenties behoorlijk populair. Dat blijkt duidelijk uit de bijdragen in het maandblad ‘Muziekwarande’. Het bevatte een vaste rubriek ‘Vlaanderen’s liederenschat’, een lijst van uitgegeven Nederlandstalige liederen van Vlaamse componisten. Ook verscheen elke maand een gedicht, dat op muziek kon gezet worden.
In 1930 werd ‘De Ring’ een V.Z.W. Men trok toen enkele nieuwe medewerkers aan. Lepage en Watelet bleven de centrale figuren, maar ook de broers Jules en Gustaaf Van Etsen, Flor Peeters en Jules Vijverman droegen hun steentje bij.
In het Antwerpse Conservatorium had Jos Watelet op de kaft van een boek een barokpartituur van Loeillet gevonden. Dit voorval zette Watelet en Lepage aan tot de uitgave van barokmuziek. Groter van opzet was evenwel de uitgave van de ‘Monumenta Musicae Belgicae’. Deze reeks kwam in 1931 tot stand in samenwerking met de Vereniging voor Muziekgeschiedenis. De ‘Monumenta Musicae Belgicae’ waren zeer verzorgde en wetenschappelijk verantwoorde uitgaven van barokmuziek. ‘De Ring’ beperkte zich wat deze uitgave betreft immers niet tot het Nederlandstalig gebied, maar had de wereldwijde verspreiding voor ogen. Dit streven werd werkelijkheid met de tussen 1932 en 1951 verschenen M.M.B.-banden, zeven in aantal. In de reeks ‘Keur van zangstukken onzer oude meesters’ werden 16e- en 17e-eeuwse vocale composities uitgegeven. Ook de kamermuziek uit de barokperiode werd bedacht met een eigen reeks.
Door de afnemende belangstelling voor de liederenreeksen en de moeilijkheid om ieder jaar nog 12 geschikte en waardevolle nummers te bemachtigen werd de liederenreeks na 1937 geschorst. Men besloot een aantal thematische bundels van vroeger gepubliceerde werken uit te geven. Onder de titel ‘Vlaamsche Liederenalbum’ verschenen 7 albums met elk 12 liederen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd weinig uitgegeven omwille van moeilijkheden bij het drukken (papierschaarste en dergelijke). Naar het eind van de jaren ’40 toe won de M.M.B.-reeks aan prestige. In de daaropvolgende jaren zou ze echt gaan renderen.
Jos Watelet stierf in 1951. Hoewel zijn werk als toonkundig adviseur en musicoloog door anderen werd voortgezet leek er toch een zekere achteruitgang in de activiteiten te zijn. Paul Lepage overleed zes jaar na Jos Watelet. Zijn dochter Francine Lepage bouwde aan een carrière als zangeres, wat haar geen tijd liet om een uitgeverij te runnen. De ‘Monumenta’ werden volledig overgeheveld naar de Vereniging voor Muziekgeschiedenis. Er zouden later nog vier nieuwe bundels in deze reeks verschijnen, in samenwerking met het seminarie voor muziekwetenschap van de universiteit van Leuven onder redactie van Prof. Dr. Bernard Lenaerts.
Francine Lepage verzorgde tot 1968 de administratie van ‘De Ring’. In 1980 werd het fonds, meer bepaald de abonnementsliederen en enkele losse uitgaven, overgedragen aan de uitgeverij-boekhandel De Monte te Mechelen.
Hans Schotte