Van Frituur N°1 tot Brabantse Olijfberg: op zoek naar protestantse sporen in Antwerpen
Patrick Van de Perre dinsdag 11 oktober 2022 – GVA
Antwerpen was in de zestiende eeuw de meest protestantse stad van de Nederlanden. Maar daar kwam snel verandering in na de Val van Antwerpen in 1585, toen de stad in snel tempo veranderde in een katholiek bolwerk. “Toch zijn er nog schaarse sporen van dat trotse protestantse verleden”, zegt historicus Guido Marnef (UAntwerpen).
Den Briel of Brielle was daarmee de eerste vrije stad van de Nederlanden. “Dat onze buren dit uitgebreid vieren, is logisch. Het was niet alleen een kantelpunt in de Tachtigjarige Oorlog, die 4 jaar eerder was begonnen, maar meteen ook de geboorte van Nederland”, zegt Guido Marnef.
Dat deze verjaardag in de Zuidelijke Nederlanden, zeg maar het huidige België en Luxemburg, ongemerkt voorbijgaat is eveneens logisch. “De Val van Antwerpen in 1585 was destijds een bittere nederlaag in de strijd tegen het katholieke Spanje. En er is geen enkele stad of land die graag een nederlaag herdenkt. Al zagen de katholieke Antwerpenaren de val destijds wel als een bevrijding.”
Er mag dan wel geen goede reden zijn om in Antwerpen een feestje te organiseren, een wandeling door de stad kan wel. Guido Marnef leidt citta langs de schaarse sporen van wat eens een trots protestants bastion was. “Deze wandeling heb ik vrijdag met een aantal Nederlandse burgemeesters gedaan, van onder meer Haarlem, Gouda en Brielle, en de Belgische en Nederlandse ambassadeurs in beide landen. Ik wilde hun laten zien dat ook Antwerpen wel degelijk een protestants verleden heeft.”
Table of Contents
Herinnering in de achtertuin
Een stille getuige, zij het van vrij recente datum, is de beeldengroep in de achtertuin van het pas heropende KMSKA op het Zuid. “Je ziet hier Willem van Oranje en zijn rechterhand Marnix van Sint-Aldegonde staan. Ze worden omringd door zeventien zuilen, die elk een provincie van de toenmalige Habsburgse of de Verenigde Nederlanden voorstellen”, legt Guido Marnef uit.
Willem van Oranje was stadhouder en hield hof in Antwerpen. In de Antwerpse buitenburgemeester Marnix van Sint-Aldegonde, de laatste voor de stad in handen van het katholieke Spanje zou vallen, vond hij een loyale bondgenoot in de strijd tegen de troepen van Filips II, koning van Spanje.
“Je kan Antwerpen in die periode, we praten over de jaren zeventig van de zestiende eeuw, de hoofdstad van de opstand tegen Spanje noemen. Het was het epicentrum van de protestantse opstand en lukte er lange tijd in om stand te houden.” Die aversie tegen Spanje was trouwens niet exclusief Antwerps. “Ook in andere Brabantse steden en in het graafschap Vlaanderen was het protestantisme een dominante religie”, legt de historicus uit.
Een katholieke kerk op protestantse grond
Onderweg naar het Sint-Andrieskwartier vertelt Guido Marnef meer over het leven in het Antwerpen van de zestiende eeuw, waar verschillende godsdiensten samenleefden. “Antwerpen was bijzonder kosmopolitisch en gastvrij voor andersdenkenden. Dat had ook een economische reden. Het stadsbestuur wilde de vaak welgestelde protestanten liever niet kwijt.”
Hen werd geen strobreed in de weg gelegd. “Ze waren vrij om hun leven te leiden en hun godsdienst te belijden. Dat gold niet altijd voor de anabaptisten. Die waren meestal niet erg bemiddeld en moesten het vaker ontgelden.”
Ondertussen doemt de Sint-Andrieskerk in het hartje van de gelijknamige wijk op. Het is een gotische en katholieke kerk met een protestants verleden. “Althans toch het klooster, dat voordien op deze plek stond. In het begin van de zestiende eeuw kwamen augustijnen uit onder meer Enkhuizen naar Antwerpen om op deze plek een protestantse kapel en later een klooster te bouwen”, legt de historicus uit.
Dat zorgt aanvankelijk voor enig katholiek verzet, maar dat werd na een tijdje gestaakt. De augustijnen genoten de steun van het stadsbestuur en begonnen met de bouw van het klooster. De Sint-Andrieskerk is de kerk van het toenmalige klooster.
“Het protestantse verhaal stopt in 1522, toen de monniken gevangen werden gezet. Een jaar later werd het klooster gesloopt. Alleen de kerk werd grotendeels gespaard en zou in 1529 opgeleverd worden als parochiekerk van de patroonheilige Sint-Andries.”
Een frituur met een eeuwenoude psalm
In de Hoogstraat, op een boogscheut van het stadhuis, op de gevel boven frituur Number One, is nog steeds een psalm uit de zestiende eeuw te lezen. In het gebouw, waar nu veel Nederlanders tijdens het weekend een frietje halen, liet een protestantse Antwerpenaar in 1578 het opschrift graveren. ‘Salich is den rechter die den oprechten erft/maer valsch is die tonghe die haeren naesten bederft’.
“De psalm is een rechtstreekse verwijzing naar het optimisme van de protestantse bevolking van Antwerpen die toen haar hoop uitsprak op een protestantse en meer rechtvaardige samenleving. Dat het door de calvinisten gedomineerde Antwerpen zeven jaar later door het katholieke Spaanse leger van Alexander Farnese zou bedwongen worden, konden ze toen natuurlijk nog niet weten”, verduidelijkt Guido Marnef.
Deze periode en de latere Val van Antwerpen is een cruciaal moment geweest in de geschiedenis en de scheiding der Nederlanden. “Zowel religieus, maatschappelijk maar ook als het om mentaliteit gaat zijn de beide Nederlanden van elkaar vervreemd. En dat heeft tot op de dag van vandaag zijn sporen nagelaten.”
Clandestiene kerk krijgt een gezicht
Decennia na de Val van Antwerpen keerden veel naar de noordelijke Nederlanden gevluchte stedelingen al dan niet tijdelijk terug. In 1609 begon het Twaalfjarig Bestand, waarbij het katholieke Spanje tijdelijk de soevereiniteit van de republiek Nederland erkende en de strijd tot 1621 gestaakt werd.
“De naar het noorden gevluchte Antwerpenaren herkenden hun stad niet meer. Het was op enkele decennia een katholiek bolwerk geworden en elke verwijzing naar het protestantisme was uit het straatbeeld verdwenen.”
“Het protestantisme is in Antwerpen nooit helemaal weggeweest, maar werd na de Val van Antwerpen vooral clandestien bedreven. Vaak in private woningen, buiten het zicht van de katholieke overheid”, legt Guido Marnef uit.
In 1821 kwam daar verandering in: het meest zichtbare protestantse gebouw in het hedendaagse Antwerpen is de Brabantse Olijfberg aan de Lange Winkelstraat, hartje studentenbuurt. Het was koning Willem I, een verre voorvader van de huidige Nederlandse koning Willem Alexander, die de protestanten in 1821 een officiële Antwerpse kerk gaf, in een voormalige kloosterkerk. En die is er nog steeds. En daarmee ging de Brabantse Olijfberg de tegenovergestelde richting uit dan de eerdergenoemde Sint-Andrieskerk: van voormalige katholieke kloosterkerk naar thuis voor de protestanten.